Wij lazen... cadeaus. Wel eist elke ruilbeurs veel ruimte, want iedereen komt er met de auto, die men voor een dollar kan parkeren dat in het Koninklijk Penningkabinet te 's-Gra- venhage tot mei 1966 een tentoonstelling wordt gehouden over de ontwikkeling van munten. Er is ook primitief geld te zien, ook uit Azië en Afrika. Zo kan men er de staart zien van een Afrikaanse olifant. Een haar daar uit heeft dienst gedaan als pasmunt. dat het jaar nog maar 237 werkdagen bevat. Want 52 zondagen plus 52 zaterdagen plus 19 vakantiedagen plus 5 kerkelijke en wereld lijke feestdagen, vormen samen 128 vrije da gen. Zo blijven helaas nog 237 werkdagen per jaar over. dat in de laatste tijd in Californië op meer dan twintig plaatsen echte ouderwetse 'ruilbeur zen' zijn geopend. Men kan er niet kopen of verkopen, maar alleen ruilen. Dat is veel in teressanter dan voor geld in de winkel iets kopen. Sommigen ruilen er hun divan voor een schommelstoel, hun papegaai voor een gram mofoonplaat, hun zoutvaatje voor een boek. Jonggehuwden ruilen er hun lelijke en dubbele 2652 dat Indonesië zijn economie ordent. In ver band daarmee zijn er de spoorwegtarieven op 5 januari jongstleden negen maal zo hoog ge worden. Een ritje met de stadsautobusdienst in Djakarta, tot dusver 200 roepiah, kost nu 1.000 oude roepiahs. In Noord-Sumatra wor den prijsverhogingen verder bestreden door een speciaal vuurpeleton. dat een instituut in West-Duitsland heeft uit gezocht waarom de mensen sparen. Daarbij bleek dat een op de vier spaarders spaarde uit principe. Een op de zeven spaarde voor zijn vakantie, een op de tien voor kleding of voor het huishouden, een op de zestien voor een cadeau. dat verschillende agrarische produkten klei ner van afmeting worden verbruikt. Vroeger wenste men een grote bloemkool, grote ap pels, grote tomaten, grote meloenen. In min-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 14