Onderdirecteur
Van der Linden
Met ingang van 1 januari 1966 is drs. G. A. A.
van der Linden, voordien Algemeen Hoofd
inspecteur, benoemd tot onderdirecteur van
de Centrale Boerenleenbank, naast de heer
L. J. H. M. Sonnenschein, die een jaar te
voren als zodanig werd benoemd.
De heer Van der Linden werd geboren te
Utrecht in 1919 als zoon van een onderwij
zer, die zijn vrije uren besteedde aan werk
zaamheden ten behoeve van de coöperatie.
Van deze kant werd de belangstelling voor
de coöperatieve beweging onze nieuwe on
derdirecteur dus al vroeg bijgebracht. Ook
de economie en wat daarmee verband houdt
trok al vroeg zijn belangstelling, want toen
hij op de HBS-B voor de keuze werd gesteld
tussen tekenen en boekhouden als bijvak,
koos hij als enige van zijn klas voor het
boekhouden. Hoewel deze feiten al vooruit
schijnen te wijzen naar de latere hoofdinspec
teur-accountant bij het coöperatieve be
drijfsleven, is zijn weg naar die functie toch
niet rechtlijnig geweest.
Na in 1938 eindexamen te hebben gedaan in
Utrecht, vertrok hij naar Tilburg om college
te gaan lopen aan de Katholieke Economi
sche Hogeschool. Korte tijd later verwissel
de hij de Tilburgse collegebanken echter
voor die van het dichter bij Utrecht gelegen
Amsterdam, waar ook de faam van professor
Limperg hem trok. In de oorlogsjaren moest
hij, als zovelen van zijn studiegenoten, de
studie onderbreken. Na zijn onderduikperio
de zien wij hem weer boven komen in Am
sterdam, waar hij in 1947 kandidaatsexamen
deed en in 1950 het doctoraal diploma in de
economie behaalde.
Vervolgens kwam de jonge doctorandus
naar Eindhoven, waar hij door de directie
van de Centrale Boerenleenbank belast werd
met de leiding van de afdeling Controle en
Statistiek. Maar na krap zes maanden ver
huisde hij naar Roosendaal, als adjunct-di
recteur van de Tabaksfabriek Van den Big-
gelaar Co. Die functie bekleedde hij pre
cies vijf jaar.
2603