de boerenleenbank MAANDBLAD VOOR JANUARI 1966 VOORTZETTING VAN DE MAANDELIJKSE MEDEDELINGEN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK EINDHOVEN No 536 Het jaar dat achter ons ligt is voor de boeren leenbanken een jaar van evenwichtsherstel geweest. De ontwikkeling van een bank of van welk ander bedrijf ook verloopt niet langs een rechte lijn. De lijn wil van tijd tot tijd wel eens steiler oplopen, om vervolgens te ver vlakken of zelfs te dalen. Steil is de toene ming van de kredieten en voorschotten ge weest in het jaar 1964, toen de uitzettingen met 29% stegen; minder steil verliep de lijn in 1965, toen de stijging rond 15% bedroeg. Een matiging in de ontwikkeling was ook ge wenst, want, nadat de boerenleenbanken in 1964 vrijwel de gehele aanwas van hun mid delen hadden uitgezet, konden zij in 1965 hun financiële positie verstevigen door slechts rond 60% van de middelenaanwas uit te zet ten. Dit gaf de centrale bank gelegenheid om het liquiditeitsreservoir van de organisatie aan te vullen. De matiging in de stijging van de uitzettingen kwam voornamelijk tot stand op het gebied van het bedrijfskrediet. in de tuinbouw en de middenstand was de vraag naar krediet min der sterk dan in het voorgaande jaar. In akker bouw en veeteelt en diverse kleinere tot de landbouw gerekende bedrijfstakken was een lichte stijging van de kredietvraag waar te ne men. In de bedrijvensector als geheel resul teerde uit deze ontwikkelingen een enigermate dalendevraag naar krediet. Daarentegen bleef de vraag naar woningfinanciering in stijgende lijn. Aan de andere zijde van de balans gaven de aan de boerenleenbanken toevertrouwde mid delen een verheugende aangroei te zien, be halve, zoals ook te verwachten was, in decem ber, toen de aankopen van de velen die de belastingverhoging vóór wilden zijn, blijkbaar weinig overlieten voor het spaarboekje. 2601

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 7