Teleurstellend en verheugend AANTEKENINGEN BIJ DE STATISTISCHE GEGEVENS De spaarcijfers van november zijn achteraf minder gunstig uitgevallen dan wij in ons vorig nummer vermeld heb ben. De toen beschikbare, voorlopige gegevens wezen op een lichte vooruitgang ten opzichte van november 1964. Latere cijfers corrigeerden dit beeld. November 1965 heeft zoals uit de hiernevens afgedrukte balans blijkt f 0,5 miljoen minder opgeleverd dan in de overeenkomstige maand van het vorig jaar. Ondanks deze tegenvaller kun nen we toch nog wijzen op een verheugend feit. In de loop van de maand november overschreed het spaarte goed, dat aan de gezamenlijke boerenleenbanken was toevertrouwd, 3 miljard. Het tegoed dat de rekeninghouders in rekening-courant aanhouden vertoonde in de afgelopen maand weer een stijging, die groter was dan in de overeenkomstige periode van het vorig jaar. Door de rekeninghouders werd on- ongeveer f 15 miljoen meer bijgeschreven dan afgeschreven- Rekening houdend met een aangroei van de bankdeposito's van f 4,5 miljoen stegen de toevertrouwde middelen in november met bijna f 38 miljoen. Aan de uitzettingenkant valt de ontwikkeling van de kredieten in rekening-courant op. Kwam in de stand vorige maand nagenoeg geen wijziging, deze maand daalde het saldo tot ruim f 170 miljoen. Hiermede kwamen de re kening-courantkredieten beneden het peil van vorig jaar november, toen 173 miljoen in deze vorm was uitge zet. Hiertegenover is de vraag naar voorschotten toegenomen. In november van dit jaar was de toeneming van uitstaande voorschotten f 29,5 miljoen, tegen f 26 miljoen in oktober. De Spaarbeweging De aangekondigde belastingverhogingen door de minister van Financiën hebben in de laatste maand van 1965 een terugslag veroorzaakt op de ontwikkeling van de spaargelden. Bij alle spaarinstellingen is er in deze maand minder gespaard dan in december 1964. Het minste nadeel van deze maatregelen ondervond de Rijkspostspaar bank. Bij deze instelling overtroffen de stortingen de terugbetalingen nog met f 18 miljoen, hetgeen slechts f 3 miljoen minder is dan het vorig jaar. Het zwaarst getroffen werden de raiffeisenbanken aangesloten bij de centrale te Utrecht. Bij deze instelling vond zelfs een ontsparing plaats van bijna f 7 miljoen. De Eindhovense boerenleen banken hebben de stoot nog enigszins kunnen opvangen. Bij deze instelling is wel aanzienlijk minder gespaard, maar tot een ontsparing is het toch niet gekomen. Gedurende deze maand werd er 188 miljoen gestort en f 186 miljoen terugbetaald, zodat er nog een spaaroverschot kon worden genoteerd van f 2 miljoen. Volgens de voorlopige opgave van de spaarbanken aangesloten bij de Nederlandse Spaarbankbond bedroeg het stortingsoverschot bij deze instellingen f 1,2 miljoen tegen f 8,5 miljoen in 1964. 2636

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 42