miljoen gereserveerd voor een plaatsings-
groep van een beperkt aantal buitenlandse
banken. Derhalve moest dus 'slechts' 125
miljoen op de binnenlandse kapitaalmarkt
worden geplaatst.
Deze industriële uitgifte werd volledig ge
plaatst. Al kan men niet spreken van een
overweldigend succes, de beleggers bleken
hiervoor toch wel geïnteresseerd te zijn. Bij
de toewijzing werd zelfs op een aantal grote
inschrijvingen een reductie toegepast.
In de laatste weken van het jaar was het op
de openbare emissiemarkt uitermate rustig.
Op 28 december stond nog open een 61/2%
uitgifte ten laste van de 'Stichting Ziekenhuis
Ope Dei' te Woerden, ten bedrage van f 2,7
miljoen. Deze emissie a pari vond een uiter
mate gunstig onthaal. Dit is ook wel het
hoogste rentepeil dat in 1965 werd bereikt.
Aandelen
Noemenswaard is nog de aankondiging dat
levensverzekeringsmaatschappijen in de loop
van 1966 de mogelijkheid willen openen om
ook levensverzekeringen op basis van beleg
ging in aandelen te sluiten. Dit houdt in dat
zowel de premie als het verzekerde bedrag
worden uitgedrukt in een eenheid waarvan de
guldenswaarde varieert naar gelang het
koersverloop van de aandelen waarin de
maatschappij haar reserve heeft belegd. Ge
memoreerd zij, dat De Waerdye te Rotterdam
deze vorm reeds enige jaren kent; zij belegt
de ontvangen premies in aandelen Robeco.
Dit bericht had een rechtstreeks effect op de
levensverzekeringsaandelen. Een psycholo
gisch bij-effect deed zich voor in een koop
lust voor verschillende vooraanstaande beleg
gingsaandelen.
Gedurende nagenoeg het gehele jaar is de
stemming op de Amsterdamse beurs zeer
flauw geweest. Oorzaken waren onder meer
de onrust in het internationale monetaire (En
gelse pond) en politieke (Vietnam) vlak. Ook
de aankondiging van het voornemen om een
speculatiewinstbelasting in te voeren op on
roerende goederen en effecten deed de stem
ming ter beurze geen goed.
Voor Amerikaanse rekening vonden omvang
rijke verkopen plaats van de internationals.
Dit onder meer aangezien in Amerika een
rente-egalisatiebelasting van 15% wordt ge
heven op aankopen door Amerikaanse inge
zetenen van effecten in het buitenland en
doordat men zich aldaar steeds meer op de
eigen industrieën is gaan oriënteren.
Afgezien van deze invloeden van beurstech-
nische aard waren er ook andere factoren
die de ontwikkeling van het koerspeil in 1965
mede hebben bepaald.
Door de grote vraag naar kapitaal zowel van
de zijde van de industrie als van de zijde van
de overheid vertoonde de kapitaalmarkt, zo
als we reeds aanstipten, een zeer krap beeld.
Naarmate het jaar vorderde moesten de geld-
vragers een hogere prijs betalen.
Door de stijging van de rentestand daalden
uiteraard de obligaties aanhoudend in koers
en ging bij de belegging in aandelen het ren
dement steeds meer een rol spelen. Al met
al waren er dus oorzaken te over voor de
2632