Koerstabel
75V2
78Vs
26-11-1965
24
-12-1965
co
Nederland
1947
(5,55%)
76
(5,50%)
53/4%
Nederland
1965 II
971/4
(6,04%)
97'/4
(6,04%)
CO
oN
Nederland
1954 l-ll
78
(5,89%)
(5,87%)
5/4%
Nederland
1964 I
91
(6,28%)
931/2
(5,98%)
33/4%
Nederland
1953
80i/2
(6,19%)
803/4
(6,15%)
4
Nederland
1961
851/4
(6,08%)
843/4
(6,17%)
3/2%
Nederland
1956
82
(6,17%)
82
(6,17%)
4/2%
Nederland
1960 I
883/s
(6,29%)
891/2
(6,10%)
4'/4%
Nederland
1959
865/s
(6,33%)
877/16
(6,18%)
3
Ned. Grootboek 1946
813/4
(6,05%)
823/4
(5,85%)
4/2%
Nederland
1965 (10 j.)
933/4
(6,28%)
941/2
(6,06%)
derhalve een stijging van meer dan 750 mil
joen ten opzichte van een jaar tevoren. De
steeds groter wordende chartale geldbehoef
te spruit ongetwijfeld vooral voort uit de loon-
en prijsstijgingen die de laatste jaren hebben
plaatsgevonden.
De Nederlandsche Bank heeft klaarblijkelijk
dit jaar geen noodzaak gezien om haar rente
tarieven te wijzigen. Sinds 4 juni 1964 geldt
voor het promessendisconto een rente van
5%.
Ter beperking van de kredietverstrekking
had men een verhoging van dit tarief zeker
niet onmogelijk geacht, vooral ook bij het con
stateren van dergelijke herhaalde wijzigingen
onder meer in de Verenigde Staten, Canada
en Engeland. De Nederlandsche Bank vond
het blijkbaar voldoende om, naast de bestaan
de beperkingsregelingen voor kort krediet,
een nieuwe regeling in te voeren, die ook het
lange krediet van handelsbanken en boeren
leenbanken aan banden legt.
Uit de aan te houden strafdeposito's geduren
de het afgelopen jaar blijkt dat de banken de
gestelde normen voor het korte krediet wel
maandelijks hebben overschreden, doch dat
niet gesproken mag worden van een forse
stijging van de korte kredietverstrekking, met
uitzondering van enkele maanden.
Rentestijging in december
De rente op de kapitaalmarkt is in de loop van
1965 met enkele onderbrekingen steeds in
stijgende lijn geweest, als afspiegeling van de
steeds krapper wordende kapitaalmarkt. In
onze vorige beschouwing memoreerden wij
reeds, naar aanleiding van de zes emissies
van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten
in het afgelopen jaar, de ontwikkeling van
het rentepeil in 1965. Oefende in de eerste
helft van het jaar het 6%-rentetype een soort
magische kracht uit op het beleggend publiek,
in de laatste maanden van 1965 moesten de
2630