banken namelijk de gelegenheid aan haar de
viezen te verkopen. De banken die van deze
mogelijkheid gebruik maken, verplichten zich
al bij de verkoop om op een tegelijkertijd
vastgesteld tijdstip de deviezen terug te ko
pen tegen een koers die eveneens al bij de
verkoop vastgelegd wordt. Men zou deze
transacties 'stalling van deviezen' kunnen
noemen. Zou er eens een tijd van grote geld-
ruimtezijn,dan zou de NederlandscheBank op
omgekeerde wijze op de valutamarkt kunnen
optreden, hetgeen zij in het afgelopen jaar
ook wel eens heeft gedaan.
Uit hoofde van dergelijke deviezentransac
ties moesten de banken medio december
voor circa 130 miljoen aan dollars van de
Nederlandsche Bank terugkopen. Tegelijker
tijd kwam de Nederlandsche Bank echter weer
in de markt voor aankoop van contante dol
lars, tegen verkoop op een maand. Van deze
hulp werd deze keer slechts zeer matig ge
bruik gemaakt. De ruimte op de geldmarkt
was blijkbaar toch voldoende.
Pas op 22 december werd de geldmarkt weer
erg krap. Voordien bleken bovengenoemde
factoren de markt min of meer in evenwicht te
hebben gehouden. Rond de twintigste echter
nam de reeds eerder ingezette uitzetting van
de bankbiljettenomloop een dusdanige om
vang aan, dat spanningen niet konden uitblij
ven. Dezelfde dag werd de officiële callrente
gebracht op 4%, waartegen echter al spoedig
geen geld meer te krijgen was. In feite werd in
die dagen 41/2% of meer betaald.
Over de periode van 15 december tot 14 janu
ari moesten de banken die ultimo oktober met
hun korte kredietverlening boven de vastge
stelde limieten uitkwamen, een renteloos de
posito aanhouden van 107 miljoen. Dit be
drag was weer 9 miljoen hoger dan voor de
vorige periode gold. Natuurlijk zal gedurende
de laatste week van december weinig hier
voor zijn opzij gelegd. In januari zou echter
voldoende ruimte komen om deze achterstand
zonder merkbare spanningen in te halen.
Het jaar 1965 in vogelvlucht
Bezien wij het afgelopen jaar in vogelvlucht,
dan bemerken wij dat gedurende het gehele
jaar de saldi van de banken, aangehouden bij
de Nederlandsche Bank, op een lager niveau
hebben gelegen dan in voorgaande jaren. De
maandelijkse uitkering aan de gemeenten in
plaats van per kwartaal, zal hierbij ongetwij
feld een rol hebben gespeeld. Daarnaast zien
wij dat de voorschotten opgenomen bij de
Nederlandsche Bank vaak grote omvang
aannamen, tot zelfs 280 miljoen in begin no
vember. In 1964 daarentegen werd van deze
gelegenheid slechts in zeer geringe mate ge
bruik gemaakt. Dit komt mede door het feit
dat de Nederlandsche Bank afgelopen jaar
minder gauw is geweest met het toesteken
van de helpende hand.
De bankbiljettencirculatie is in de loop van
1965 langzaamaan naar een hoger niveau op
geklommen. In 1964 werd de hoogste stand
bereikt op het einde van het jaar. De week
staat per 28 december 1964 gaf toen aan dat
de bankbiljettencirculatie het record had be
reikt van 6.986 miljoen.
Ook dit jaar werden, blijkens de laatste week
staat van het jaar, alle records gebroken met
een bankbiljettenomloop van 7.753 miljoen,
2629