alles wat zij voor mij zijn geweest en voor mij, in de ruimste en letterlijkste zin genomen, hebben gedaan. Ik wil u, mijnheer de voorzitter, en daarmee het bestuur van de centrale bank, hartelijk danken voor de woorden die u tot mij hebt ge sproken. U hebt gezegd dat ik er wel veel van zou terugwijzen. Inderdaad, ik kan niet anders als veel van wat u mij hebt toegekend terug wijzen aan hen die zo goed en prettig mee werkten in het werk bij onze centrale bank en in onze organisatie. U hebt gezegd: misschien doet het afscheid wel even pijn. Ja, ik ben erop ingeleefd om dit afscheid te nemen en de centrale bank verder op enige afstand te zien, maar toch is het iets waarmee je zo verknocht was, dat het zal moeten wennen, dat je niet meer met alles op dezelfde wijze kunt mee doen, alleen maar kennis kunt nemen. Ik twijfel er niet aan of de wijze waarop de verhouding hier altijd is geweest zal het mo gelijk maken om de pijn verder goed te dra gen, om vooral getuige te kunnen zijn van de verdere groei en bloei van onze centrale bank en van onze organisatie. Mijn collega Van Campen heeft tot mij mooie, prettige, goede woorden gericht. Hij heeft daarbij de historie opgehaald. Hij heeft men sen in herinnering gebracht die ons beiden altijd ter harte zijn gegaan. Wanneer hij zegt dat ik een voorbeeld ben geweest, dan mag ik dat zeker wel ten volle terugwijzen. - In bij na hartstochtelijke ijver voor de centrale bank heb jij ongetwijfeld mij en ons allen een voor beeld gegeven. Je snelheid van denken en werken maakte het wel eens wat moeilijk om alles bij te houden, maar aan de andere kant maakte de wijze waarop je het ten opzichte van ons allen stelde,mogelijk om jebijtehoudenen met je samen te werken. Wanneer hier zo'n uitstekende teamgeest is geweest dan is die vooral ontstaan doordat bij ons drieën - het laatste jaar ons vieren - het streven aanwe zig was om maar aan één belang te denken: te zorgen dat de zaken goed gaan, te zorgen dat alles op de beste wijze gebeurde, zonder dat iemand iets als een persoonlijke interesse naar voren zou brengen. De centrale bank van Utrecht is hier verte genwoordigd in de persoon van mijn vriend Keyser. Utrecht en Eindhoven - die vertegen woordigen hier in Nederland het landbouw krediet. Het is niet één organisatie of één bank die dit doet, nee, het is ons gezamenlijk werk, hoezeer ieder uiteraard bleef werken als ei gen organisatie. Dames en heren, ik kom aan de woorden die de heer Roncken namens u heeft gesproken. Hetgeen ik vandaag van u heb mogen onder vinden heeft mij aangenaam getroffen. In de laatste weken is mij al herhaaldelijk gebleken hoe goed steeds onze verstandhouding is ge weest en hoe prettig onze samenwerking. Het gezin van de centrale bank is wel heel groot geworden. Er is een tijd geweest dat je van iedereen de persoonlijke omstandigheden kende, maar ook in later tijd hebben wij er al tijd naar gestreefd om deze bank een gezin te laten blijven. Ik geloof dat we daarbij een zo uitstekend voorbeeld hebben gehad in mijnheer Fleskens, die er aan hechtte dat bij eenkomsten als deze er zouden zijn en dat daar gezorgd zou worden voor een sfeer van saamhorigheid. Diezelfde sfeer vinden we nog 2622

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1966 | | pagina 28