aan goede menselijke verhoudingen. Uiter
lijk lijkt u niet veel op paus Johannes, maar u
hebt toch wel heel veel van zijn ideeën altijd
in praktijk gebracht. U hechtte grote waarde
aan goede verhoudingen en u hebt het ons
steeds op het hart gedrukt. U hebt ons gesti
muleerd als dat nodig was, u hebt ons ook wel
eens afgeremd; ook dat was wel eens nodig.
U stelde prijs op goede verhoudingen met de
Centrale Raiffeisen-Bank, op goede verhou
dingen tussen de centrale bank en de plaatse
lijke boerenleenbanken, op goede verhoudin
gen tussen directie en personeel en vooral
ook op goede verhoudingen tussen het per
soneel onderling.
Als het waar is dat wij ons verblijf op aarde
niet moeten zien als het verblijf in een wacht
kamer voor de eeuwigheid, maar dat wij,
ieder mens hier op aarde, een taak, een op
dracht hebben, dan moet ik u zeggen, mijn
heer Claessens, dat u deze taak op een bui
tengewone manier hebt vervuld. U bent voor
ons een voorbeeld geweest op alle gebied.
Zoals een vader en een moeder in hun kinde
ren blijven voortleven, zo zullen wij aan u blij
ven denken en zo zal uw voorbeeld bij ons, bij
de grote familie van de centrale bank, nog
lang nawerken.
Mevrouw Claessens, ook aan u zijn wij veel
dank verschuldigd. Wij zijn er vast van over
tuigd, dat uw man al datgene wat hij voor ons
gedaan heeft, alleen maar heeft kunnen doen
door de grote steun, die hij van u heeft onder
vonden. Hij was altijd bereid tot een rustig ge
sprek. Al lagen de stapels rapporten op zijn
bureau nog zo hoog, hij had toch tijd om even
tuele problemen door te nemen. Hij kon zelfs
de tijd vinden om ook te informeren naar ons
persoonlijk welzijn en naar dat van onze ge
zinnen. En ik dank u, mevrouw Claessens, om
dat wij dat ook voor een groot gedeelte aan u
hebben te danken.
Mijnheer de voorzitter, mag ik gaan eindigen.
En mag ik u dan, mijnheer en mevrouw Claes
sens, nog toewensen dat God u beiden met uw
grote gezin, nog heel veel gelukkige jaren in
goede gezondheid moge geven.
2617