De taak
van een directeur
AFSCHEID VAN M R. CLAESSENS
(toespraak van ir. Keyser)
Ik mag beginnen, mijnheer de voorzitter, met
u namens het bestuur en de directie van
Utrecht te danken voor de uitnodiging om de
ze belangrijke gebeurtenis bij te wonen. Het
spijt mij zeer, mijnheer de voorzitter, dat dr.
Verhage, die zoals u weet een buitengewoon
bezig man is, en zijn tijd vaak in vliegmachines
doorbrengt, zijnde niet voor de centrale bank
maar voor onze snijbloemenexport, vandaag
helaas hier niet kon zijn. Het waren belangrij
ke agrarische belangen, die ons allen natuur
lijk zeer ter harte gaan, die hem dat hebben
belet. Ik wil u graag, mijnheer de voorzitter,
ter gelegenheid van het afscheid van de heer
Claessens, namens het bestuur en namens de
directie van Utrecht enkele woorden zeggen.
Allereerst de achtergronden; er zijn tussen
onze beide centrale banken vele en intensieve
contacten. De periode na de oorlog, een perio
de van groei - in de breedte, wat het meest
opvalt, maar niet minder in de diepte - wordt
gekenmerkt door intensief en veelvuldig over
leg op belangrijke punten, tussen de besturen,
de directies en de specialisten op verschillend
terrein. Er zijn zaken die een formele behan
deling moeten hebben - ik noem het Gemeen
schappelijk Bankkantoor - en die daarnaast
ook gelegenheid geven tot overleg en bespre
king op ander terrein tussen de besturen. Er
zijn de grote studies, die Eindhoven en Utrecht
samen hebben ondernomen, niet te vergeten
met de centrale landbouworganisatie, op het
terrein van de landbouwfinanciering, en re
cent onze inspanning voor het organiseren
van een congres van de Internationale Land
bouwkredietorganisatie in 1964. Dat zijn alle
in het oog vallende zaken, maar daarnaast is
er vooral wat het directiewerk betreft een
groot aantal dingen, die overleg en of samen
werking nodig maken, bij voorbeeld op het
terrein van speciale grote beleggingen en op
dat van de financiering van grote agrarische
coöperaties.
Wij hebben de overtuiging, wij béiden hebben
de overtuiging, durf ik te zeggen, dat dit alles
positieve resultaten oplevert. Wij, bestuur en
directie van Utrecht, hebben daarbij de heer
Claessens vele malen ontmoet en wij hebben
hem goed leren kennen. Zijn toewijding aan
het werk en zijn deskundigheid moeten hoog
2614