Beter dan vele woorden illustreren deze cijfers
de ontwikkeling van onze organisatie. Zij il
lustreren ook de grote problemen waarvoor de
leiding van de centrale bank zich in de afge
lopen twintig jaar geplaatst heeft gezien. Tel
kens moest de werkwijze van deze organisatie
worden aangepast aan nieuw ontstane be
hoeften. Het was de heer J. L. A M. Hanssen,
voorzitter van het bestuur van de boerenleen
bank Broekhuizenvorst, die als vertegenwoor
diger van de Limburgse beheerders wees op
het voortreffelijke werk dat op dit gebied werd
verricht; waarbij hij uiteraard ook stilstond bij
de statutenwijzigingen die werden aange
bracht tijdens de ambtsperiode van mr.
Claessens.
Diens taakvervulling werd overigens bijzonder
goed geschetst door de heer M. C. J. Scheffers,
die in Eindhoven sprak namens de beheerders
van de banken in Oost-Brabant en die mr.
Claessens vergeleek met de pioniers uit de
beginperiode van onze organisatie. Vóór hem
had ir. P. J. Lardinois, onder-voorzitter van de
raad van toezicht van de centrale bank, als
voorzitter van de afscheidscommissie reeds
de enorme groei van de boerenleenbankorga
nisatie gememoreerd en de veranderingen
aangestipt die er toe geleid hebben dat ook
buiten de agrarische wereld met respect over
de boerenleenbanken gesproken wordt. De
heer Lardinois sprak over mr. Claessens als
de expert op het gebied van de financiering,
die altijd openstond voor suggesties van an
deren.
In Haarlem wees de heer E. J. M. Kolfschoten
eveneens op de veranderingen die tijdens de
ambtsperiode van mr. Claessens in onze or
ganisatie werden voltrokken; hij noemde daar
bij de ontwikkeling van het bankgiroverkeer,
van het effecten- en deviezenverkeer en van
de verzekeringen. Dit alles ging gepaard aan
een toenemende belangstelling voor het niet-
agrarische element, die tot uitdrukking kwam
in de stichting van bijkantoren in verstede
lijkte woongebieden. In al deze aangelegen
heden kwam het belangrijke persoonlijke aan
deel van de heer Claessens naar voren. Do
heer G. A. v. d. Berg, voorzitter van het be
stuur van de boerenleenbank Poeldijk, be
sprak het aandeel van mr. Claessens in de
uitbreiding van de financieringsmogelijkheden,
waardoor het vooral voor de tuinders mogelijk
werd gemaakt de zo noodzakelijke investerin
gen te doen.
In Arnhem sprak de heer A. T. Hettinga over
2565