Gelijkblijvende maand AANTEKENINGEN BIJ DE STATISTISCHE GEGEVENS In de maand oktober zijn de toevertrouwde middelen evenals in de vorige maand toegenomen. Het spaarover schot is in deze maand wel enigszins tegengevallen. De resultaten bleven beneden die van het vorig jaar. Hier tegenover staat echter een aangroei van de saldi die de rekeninghouders in rekening-courant aanhouden. Op deze rekeningen is in de afgelopen maand bijna f 7 miljoen meer bijgeschreven dan afgeschreven. Normaal zou den deze saldi onder invloed van het seizoen hebben moeten dalen. Dat dit niet gebeurd is, zou kunnen worden toegeschreven aan een ruimere liquiditeitspositie bij deze categorie van cliënten. Het gelijkblijven van de kre dieten in rekening-courant wijst eveneens in deze richting. De bankdeposito's namen eveneens toe. Per saldo stegen de toevertrouwde middelen met f 27,5 miljoen te ver gelijken met 8,6 miljoen in oktober van het vorig jaar. Bij de uitzettingen vertoonden alleen de voorschotten een stijging en wel van f 26 miljoen. In de stand van de kredieten in rekening-courant en in de effectenportefeuille kwam praktisch geen wijziging. Het gevolg hiervan was, dat de boerenleenbanken geen beroep deden op het tegoed bij de centrale bank. Zoals uit de hiernevens afge drukte balans blijkt, is het saldo bij de centrale bank ongeveer gelijk aan dat van de vorige maandultimo. De Spaarbeweging In de maand november zijn de spaarresultaten bij de raiffeisenbanken en de RPS beneden die van het vorig jaar gebleven. Bij de Rijkspostspaarbank vond er zelfs een ontsparing plaats van f 5,8 miljoen. De Utrechtse raiffeisen banken gaven voor het eerst sinds juni eveneens een lager spaaroverschot te zien als in dezelfde maand van het vorig jaar. Gestort werd er f 226,8 miljoen en terugbetaald f 178,2 miljoen. In november van het vorig jaar bedroeg het spaaroverschot f 51,2 miljoen. Het spaaroverschot bij de Eindhovense boerenleenbanken was f 0,5 miljoen hoger dan dat van het vorig jaar. In deze maand werd er f 152,1 miljoen gestort en f 132,5 miljoen terug betaald, zodat er een spaarexcedent kon worden genoteerd van f 19,6 miljoen tegen f 19,1 miljoen in november 1964. Bij de Algemene Spaarbanken werd f 16,0 miljoen gespaard te vergelijken met f 30,6 miljoen in 1964. 2598

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 40