gen een behoorlijk deel naar het bankwezen
vloeit. Schrijver verwacht daarbij in de toe
komst een groei van de besparingen afkoms
tig uit de middengroepen.
Wat de betaling van lonen en salarissen via de
banken betreft, meent de schrijver dat behalve
zakelijke ook gevoelselementen de invoering
van wat hij een loongiro noemt in de weg
staan. De sociale en economische ontwikke
ling gaat echter in een richting die de voor
oordelen steeds meer verzwakt. Daarbij gaat
de schrijver ervan uit dat girale salarisover
boeking alleen zin heeft voor de banken wan
neer een deel van het salaris bij de bank blijft.
Men zal dus de werknemers moeten bewegen
alleen het benodigde contante geld op te ne
men en de rest te laten staan voor vermogens
vorming op een spaarrekening. Personen die
door de grootte van hun salaris of hun leef
wijze 'van de ene maand naar de andere leven'
zouden bij deze gedachtengang niet in aan
merking komen.
De girale overboeking van lonen wordt ook
gezien als een afronding van de mechanise
ring van de administratie van het bedrijf. Voor
wat de banken betreft merkt de schrijver nog
op dat alleen in landen welke een efficiënt en
snelwerkend (bank) girosysteem bezitten, een
massale overboeking van salarissen naar de
banken te verwachten is.
Onze lange uitweiding over de girale over
boeking van salarissen betekent niet dat er
nog niet vele andere onderwerpen zijn die
voor de belangstellende lezer aan de orde ko
men. leder die op begrijpelijke wijze wil wor
den ingelicht omtrent de plaats van het bank
bedrijf in ons economisch bestel, kan in dit
boek terecht.
2596