Van de boekenplank Bankvaria, door dr. J. P. Snoep Elsevier Pocket A 152, 1965,192blz., prijs f2,90. Na de succesvolle uitgave van de pocket 'Het bankwezen' is dr. Snoep onlangs met een nieuw boekje op de markt gekomen, dat de ruime titel 'Bankvaria' draagt. Deze titel dekt de inhoud, wat betekent dat de lezer een groot aantal verschillende onderwerpen krijgt voor geschoteld. Men zou de inhoud kunnen verge lijken met die van de kassierstafel onzer boe renleenbanken. De briefjes van duizend die zich daarin bevinden eisen aandacht en con centratie van degene die zich er mee bezig houdt, en zo is het ook met sommige onder werpen die dr. Snoep aansnijdt. Zaken als de monetaire politiek, de verhouding tussen de kredietpolitiek en de conjunctuur en dergelijke vragen behalve aandacht ook een zekere in spanning van de lezer. Maar ziedaar ook het kleingeld naast de bankjes van duizend: de grensvervaging tussen het terrein van de han delsbanken en dat van de andere financiële instellingen, de omloopsnelheid van het geld en het grote hoofdstuk over de popularisering van het bankwezen. Het zal uit de voorgaande opsomming reeds duidelijk zijn dat 'Bankvaria' is samengesteld uit een groot aantal onderwerpen, die men onafhankelijk van elkaar kan lezen. Men kan desgewenst middenin beginnen met 'Het gira le betalingsverkeer en de betaling van lonen en salarissen', om daarna over te springen naar 'De spectaculaire aanwas der bank- spaargelden en hun monetaire beoordeling'. Praktijkmensen - voor hen is het boekje in de eerste plaats geschreven - zullen soms moeite hebben om het beleid van de Nederlandsche Bank te doorzien. De maatregelen die uit dit beleid voortvloeien krijgen ze regelmatig op hun bureau, waarbij van sommigen nog wordt verlangd dat ze deze richtlijnen niet alleen uit voeren, maar ook aan de mensen verklaren. In het hoofdstuk 'De monetaire politiek en het bankwezen' doet de schrijver een aanvaard bare poging zijn lezers op de hoogte te bren gen van enige achtergronden van de werking van ons bankwezen. Een van 's schrijvers con clusies is dat kredietverruiming door de ban ken tot een opgaande conjunctuur kan leiden, doch alleen indien de andere voorwaarden voor deze opgang aanwezig zijn. Het is dus volgens de schrijver niet zo dat de geldpolitiek van de banken de economische ontwikkeling beheerst. In het hoofdstuk over de structuurveranderin gen in het bankwezen werkt de auteur de idee uit dat de ontwikkeling van de banken in feite een afspiegeling is van de veranderingen in de gemeenschap waarbinnen zij werken. De toenemende dienstverlening die zich onder meer uit in een dicht net van bankvestigingen, gevoegd bij de stijging van het loonniveau en de veranderde betaalgewoonten, zullen er toe leiden dat ook van de toekomstige besparin- 2595

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 37