plichting was nog wel op te vangen, vooral
omdat de banken in de eerste helft van ge
noemde periode hiervoor ruim hadden ge
spaard, toen als rente voor daggeld 2 a 21/2%
gold en zij op de geldmarkt voldoende konden
opnemen.
Voorts zou de na de maandultimo gebruike
lijke inkrimping van de bankbiljettencirculatie
niet lang op zich doen wachten. Dit bleek ook
wel, want op 8 november was reeds voor 280
miljoen in de kassen van de banken terugge
keerd. Deze verruiming was echter niet vol
doende doordat nog grote belastingbetalingen
verricht moesten worden. Daarnaast veroor
zaakte de afwikkeling van de vroeger aan de
Nederlandsche Bank op termijn verkochte dol
larbedragen ook een forse geldonttrekking.
Dientengevolge moesten de banken hun
schuld aan de Nederlandsche Bank nog ver
hogen tot een recordhoogte van 280 mil
joen.
De schatkist was de enige die aan liquiditeit
geen gebrek had. Deze was zo langzaamaan
opgeklommen tot een tegoed bij de Neder
landsche Bank van 1.035 miljoen.
Dollarverkopen
De weekstaat van medio november bracht pas
enig licht aan het duister firmament. Ongeveer
200 miljoen kwam op 15 november de markt
ten goede vanwege de maandelijkse uitkering
door het rijk aan de gemeenten. Daarbij moest
het rijk voor circa 30 miljoen rente op de
gevestigde staatsschuld voldoen. Het reste
rende gedeelte van de oktober-ultimo uitzet
ting vloeide ook nog terug. Dit was echter niet
alles. Ook de Nederlandsche Bank kwam de
geldmarkt verlichten. Doordat zij weer de mo-
2588
gelijkheid voor de banken openstelde dollars
aan haar te verkopen, steeg de deviezenvoor
raad per 15 november met ruim 200 miljoen,
met welk bedrag de geldmarkt werd verblijd.
De Nederlandsche Bank koopt dergelijke dol
larbedragen, zulks onder de conditie dat deze
dollars over een of twee maanden weer van
haar worden teruggekocht tegen van te voren
reeds overeengekomen koers.
Vroeger bood de Nederlandsche Bank een
dergelijke steun door het stallen van schat
kistpapier mogelijk te maken tegen een be
paalde rentevergoeding. Sinds mei 1964 heeft
zij deze vorm echter niet meer gebruikt.
Genoemde factoren brachten enige verlichting
in de benarde positie waarin de geldmarkt was
komen te verkeren. De banken konden de
door hen opgenomen voorschotten tot meer
normale proporties terugbrengen. Daarnaast
zagen zij hun tegoeden stijgen van f 64 tot
230 miljoen.
De commissie die de callrente dagelijks be
oordeelt en eventueel wijzigt, bracht deze ren
te op de vijftiende reeds met een half procent
terug naar 31/2% als teken dat de ingetreden
verruiming een langer leven beschoren zou
zijn dan aan een eendagsvlieg.
Ondanks het feit, dat een dag later weer 140
miljoen van deze ruimte zou worden afge
knabbeld voor de storting op de jongste
staatslening, bleef de geldmarkt toch betrek
kelijk ruim. Zelfs werd - in weerwil van de
reeds vroeg Ingezette ultimo-uitzetting - op
23 november de daggeldrente met nog eens
een half procent verlaagd tot 3%.
Meegevallen
Met een tegoed bij de Nederlandsche Bank