Wij lazen..
Stad en platteland
De bedoeling, die de regering heeft met Oos
telijk en nog meer met Zuidelijk Flevoland,
verschilt van die, welke voorgezeten heeft bij
de uitgifte van de vorige polders. Was het oor
spronkelijk uitsluitend de bedoeling om land
voor de landbouw te creëren, op het ogen
blik heeft de regering oogmerken van ruimer
strekking in het kader van de ruimtelijke orde
ning van Nederland. Ik denk daarbij niet alleen
aan de mogelijkheid om de uitgifte van bedrij
ven in de nieuwe polder mede dienstbaar te
maken aan de sanering van de landbouw op
het oude land. Ons land komt vandaag de dag
ook stadsgrond tekort, komt ook grond tekort
voor de aanleg van steden op zodanige wijze,
dat het in die steden goed wonen is. Aan
Zuidelijk Flevoland is daarom een grote rol
toebedacht in de spreiding van de stedelijke
bevolking van de Randstad Holland. In Oos
telijk Flevoland zal Lelystad een soortgelijke
rol toebedeeld krijgen. Wij mogen dan ook
verwachten, dat de totale bevolking van deze
dat een Londense metaalexportfirma, die on
langs (zoals wij berichtten) penningen liet
slaan waarop Sir Winston Churchill stond af
gebeeld, nu heeft besloten tot de aanmaak van
nieuwe penningen waarop de Beatles te zien
zullen zijn.
dat blijkens de in oktober van dit jaar afgeno
men examens voor het Staats-Praktijk-Diplo-
ma 1965 (schriftelijk, bedrijfshuishoudkunde),
een varken in sommige landbouwbedrijven
moet worden beschouwd als 'grondstof', maar
in andere bedrijven als 'slijtend duurzaam pro-
duktiemiddel'. Een mestvarken bijvoorbeeld is
grondstof, een fokzeug daarentegen is een
duurzaam - maar slijtend - produktiemiddel.
dat een kamerlid zich dezer dagen als volgt
uitliet over de toekomst van de Nederlandse
landbouw: 'De jongemannen, die toch de boe
ren van de toekomst moeten zijn, worden
steeds dunner gezaaid in Nederland'.
dat van de verschillen tussen de inkomens in
ons land in 1958 slechts 7% het gevolg was
van verschil in intelligentie, 14% het gevolg
van verschil in vermogen, en 43% het gevolg
van toevallige omstandigheden.
2584