aangegrepen zou kunnen worden om ook de bestaande kredietregelingen te verruimen in die zin, dat ook de boerenleenbanken de des betreffende garantiekredieten zouden kunnen verstrekken. Het moet toch onderhand ge noegzaam bekend verondersteld worden, dat de boerenleenbanken tienduizenden midden standers onder hun kredietnemers tellen. Die zouden ermee gebaat zijn, in 't bijzonder ook wat de kosten van het krediet betreft, als va dertje staat hen ook via het loket van de boe renleenbank zou willen helpen. De saneringsregeling die de commissie voor stelt komt in grote trekken overeen met de re geling die al voor landbouwers geldt. Aller eerst geldt de voorwaarde dat een midden stander alleen onder die regeling gebracht kan worden als zijn inkomen beneden een be paalde grens blijft en als hij al een zekere tijd zelfstandig werkzaam geweest is. Wanneer hij dan zijn bedrijf wenst te beëindigen en hij heeft een leeftijd bereikt die het hem moeilijk maakt ander werk te vinden, dan zou hij voor een liquidatievergoeding in aanmerking ko men alsmede voor maandelijkse uitkeringen nadien. Is hij jonger, dan dient die maandelijk se uitkering te vervallen, maar zou hij financië le en andere hulp moeten krijgen om zich te herscholen en een betrekking te zoeken. De commissie heeft zich afgevraagd of de in voering van een regeling voor bedrijfsbeëin diging het wenselijk maakt om nu aan de an dere kant de vestigingseisen te verzwaren door van iemand die zich als middenstander wil vestigen te eisen dat hij aantoont dat er onder het publiek behoefte aan die vestiging bestaat. De commissie is echter tot de con clusie gekomea dat een dergelijke eis niet no dig is. Het bedrag dat - beginnende zelf- 2574 standige tegenwoordig op tafel moet kunnen leggen is al zo groot dat men weinig vrees hoeft te koesteren voor het ontstaan van nieu we bedrijven die later niet levensvatbaar zou den blijken te zijn. Om al die regelingen te coördineren zou er een ontwikkelings- en saneringsfonds voor het midden- en kleinbedrijf opgericht moeten wor den. Dit fonds kan dan zelf voorstellen voor concrete maatregelen uitwerken in nauwe sa menwerking met de middenstandsorganisa ties, de publiekrechtelijke organen en de be trokken ministeries. De uitvoering van de werkzaamheden zou in handen moeten komen van regionale en plaatselijke instanties, zoals de Kamers van Koophandel en andere instel lingen. Wij vernemen van het ministerie van Econo mische Zaken dat de besproken maatregelen waarschijnlijk in de loop van 1966 tot uitvoe ring zullen komen. Boerenleenbank Axel

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 16