De najaarscursus Ontwikkeling en sanering in de middenstand deld en punten die de inspectie ter kennis van de boerenleenbanken wilde brengen. Directie Op een wat vroeger tijdstip dan het gebrui kelijke zijn dit jaar de najaarsbijeenkomsten voor beheerders en kassiers/directeuren van aangesloten boerenleenbanken gehouden. Zoals gewoonlijk bevatte de agenda onder werpen die door de directie werden behan- In het beeld dat de directie gaf van de gang van zaken, komt tot uitdrukking een zekere kentering in de omvang van de uitzettingen van de boerenleenbanken, die toegeschreven wordt enerzijds aan terughoudendheid bij het doen van investeringen in de landbouw en an derzijds aan het gestegen rentepeil op de geld- en kapitaalmarkt. In de vergelijkbare periode stond tegenover het ten opzichte van 1964 wat lagere peil van de uitzettingen een in vergelijking tot 1964 ho gere aanwas van de toevertrouwde middelen. Daarbij valt wel op, dat een toenemend deel van de ingelegde gelden op hoogrentende, niet direct opvraagbare rekeningen wordt ge plaatst. 2572 Naast de landbouw zal nu ook de middenstand zijn ontwikkelings- en saneringsfonds krijgen. Een daartoe ingestelde commissie, onder lei ding van de in middenstandskringen welbe kende professor Goldschmidt, heeft de rege ring een rapport aangeboden, waarin zij de instelling van een dergelijke fonds bepleit. Er komen in de middenstand, evenals in de land bouw, veel zeer kleine bedrijven voor, die voor de eigenaar geen voldoende inkomen kun nen opleveren. Dikwijls ligt dat aan omstan digheden waar de ondernemer zelf geen vat op kan krijgen, bij gebrek aan middelen of om andere redenen. De commissie beveelt de regering een reeks

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 14