Afscheid-maar geen
eindpunt
aan ik met veel vreugde heb gewerkt, waar
voor ik vooral ook dankbaar ben om dat wat ik
er aan heb kunnen doen'.
Op de wens, zowel door beheerders als kas
siers en directeuren uitgesproken, dat de
scheidende directeur ook in de toekomst het
contact met de boerenleenbanken zou blijven
onderhouden, antwoordde mr. Claessens als
volgt.
'Wie weet of ik, in een altijddurende constante
vakantie rondreizende door het land, mis
schien niet nog eens bij u aankom om dan
door u ontvangen te worden, nadat ik alle vei
ligheidsmaatregelen, zoals die voor buiten
staanders bij de boerenleenbanken natuurlijk
worden getroffen, zal hebben gepasseerd.
Wanneer ik dan bij u kom, dan zal het zijn
omdat ik met grote belangstelling blijf volgen
dat wat u blijft interesseren en wat ook mij
ter harte zal blijven gaan. Wij hebben geza
menlijk gewerkt in een gezamenlijke verbon
denheid van werk; u gaat ermee verder, ik sta
nu verder terzijde. Weest ervan overtuigd,
mijne heren, dat ik al uw werk, zo mogelijk
ook u met uw gezinnen, met grote belangstel
ling zal blijven volgen. Moge God u en uw
werk zegenen'.
Bijna vanzelfsprekend was het dat na het
dankwoord van mr. Claessens alle beheer
ders, directeuren en kassiers van de aange
sloten banken van de gelegenheid gebruik
maakten hem persoonlijk de hand te drukken.
Hierbij werden dan nog vaak persoonlijke
woorden gewisseld. Zij kunnen het best ge
typeerd worden door de woorden die een van
de beheerders daarbij sprak: 'Het was mij een
eer en genoegen met u te mogen samen
werken'.
Aan beheerders en kassiers/directeuren van
de aangesloten boerenleenbanken is gelegen
heid gegeven afscheid van mij te nemen. De
hiertoe gehouden bijeenkomsten maakten mij
gelukkig; bovendien kon ik toen velen uit onze
organisatie nog eens dankbaar de hand druk
ken. Daarnaast wil ik niet nalaten in dit, ons
eigen maandblad, nogmaals uiting te geven
aan mijn dank voor alle hartelijke belangstel
ling die ik mocht ondervinden en voor het ge
schenk van de boerenleenbanken, dat mijn
vrouw en ik zullen besteden zó, dat onze her
innering aan de boerenleenbanken daardoor
levend wordt gehouden. Bovenal ben en blijf ik
dankbaar voor alles wat ik samen met zovele
anderen heb mogen doen in het kader van de
samenwerking tussen centrale bank en boe
renleenbanken.
Wanneer het voor mij persoonlijk thans een
afscheid betekent van dit werk, dan is er
anderzijds geen sprake van een. eindpunt in
de uitstekende samenwerking in onze mooie
boerenleenbankorganisatie: die berust niet op
personen, maar op aller gezamenlijk streven.
Met de wens, dat hieraan nooit een einde
moge komen, neem ik afscheid.
Claessens
2571