Gunstige septembermaand Besparing AANTEKENINGEN BIJ DE STATISTISCHE GEGEVENS De maand september heeft voor de boerenleenbanken een vrij gunstig verloop gehad. Het verschil tussen de stor tingen en terugbetalingen was evenals in augustus hoger dan in 1964. Er werd 141 miljoen gestort en ongeveer f119 miljoen terugbetaald, zodat het tegoed bij de stichting spaarbank aangroeide met 22 miljoen. De tegoeden in rekening-courant vertoonden eveneens een stijging die hoger was dan in september 1964. Door de rekening houders in rekening-courant werd 15 miljoen meer gestort of bijgeschreven dan terugbetaald of opgenomen. Per saldo namen de toevertrouwde middelen toe met 37 miljoen tegen f 26 miljoen in 1964. Rekenen we de bijzondere deposito's bij de boerenleenbanken eveneens tot de toevertrouwde middelen, dan zijn deze in de afgelopen maand gestegen met f 41 miljoen. In de ontwikkeling van de uitzettingen is nagenoeg geen wijziging gekomen. Traditiegetrouw daalden in septem ber de kredieten in rekening-courant, terwijl de voorschotten een verdere uitbreiding vertoonden. Weliswaar is deze uitbreiding geringer dan in september van het vorig jaar. Hiermede wordt de lijn, die zich sinds februari van het vorig jaar heeft afgetekend, ook in september doorgetrokken. In september werd f 44 miljoen verstrekt en voor f 19 miljoen afgelost, zodat het uitstaand bedrag opliep tot f 1.702 miljoen. Ondanks de reclame-activiteit, die door verschillende boerenleenbanken aan de dag is gelegd, geven de spaar- resultaten in oktober een teleurstellende ontwikkeling te zien. Mocht men aanvankelijk veronderstellen dat gedu rende de laatste drie maanden een verbetering was gekomen van het spaarklimaat, in oktober moet een achter blijven ten opzichte van het vorig jaar worden geconstateerd. Gedurende deze maand werd er 144,9 miljoen gestort en f 127,8 miljoen terugbetaald, zodat het spaarresultaat f 17,1 miljoen bedroeg te vergelijken met 18,4 miljoen in 1964. Ook bij de R.P.S. waren de resultaten niet erg gunstig. Bij deze instelling bleef het spaaroverschot beneden dat van het vorig jaar. Het spaarverschil bedroeg in deze maand f 4,2 miljoen tegen f 8,4 miljoen in 1964. Bij de Alge mene Spaarbanken bedroegen de besparingen 17,9 miljoen, hetgeen f 1,5 miljoen meer is dan in de overeenkom stige periode van 1964. In tegenstelling tot de hierbovengenoemde spaarinsteliingen, hebben de raiffeisenbanken meer gespaard dan het vorig jaar. Bij deze instellingen overtroffen de stortingen de terugbetalingen met f 51,4 miljoen te vergelijken met 36,4 miljoen in oktober van het vorig jaar. 2546

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 40