schaarste was men vrijwel algemeen de me ning toegedaan, dat de leningsvoorwaarden te krap waren gesteld. De dag voor de emis sie-aankondiging noteerde de vergelijkbare 5%% lening 1965 I nog 993/8%. .en tweede afwijking van de eerste lening wa? de bijzonderheid dat de minister geen .imum en geen maximumbedrag heeft ge noemd. Zoals bekend zou de vorige lening 200 i. Hoen belopen, waarbij de staat zich echter het recht voorbehield om dit bedrag te verhogen tot ten hoogste 300 miljoen. Al was h jidelijk de bedoeling om de nare majorerir aktijken tegen te gaan, de voor- waardenj» 'e lening lagen zo gunstig in de markt. JÊ ner^an in feite geen perken waren gesteki^Er werd voor het buitensporige be drag van 2 miljard ingeschreven en voor 300 miljoen .oegewezen - dat is 1,1% van de inschrijving. De bij de nieuwe lening gevolgde methode zou uiteraard veel doeltreffender werken. Ma joreren, dus voor meer inschrijven dan men wenst te ontvangen, zou nu wel eens tot on gewenste toe. jzingen kunnen leiden. Ook afgezien van dit risico waren de voorwaarden echter zo scherp gesteld dat men zich bij de mschrijving uitermate rustig heeft gehouden. Voor een bed'rg van slechts 140 miljoen werd ingeschrev ~.n. Dit bedrag kregen de in schrijvers ten tlle toegewezen, hetgeen bij staatsleningen niet vaak voorkomt. Gezien echter de geringe'ioschrijving is deze emissie zeker geen succes geweest. De volgende dag werd deze lening cp de beurs verhandeld op 98%%, dus een half punt beneden de inschrij- 2540 vingskoers. Dit disagio vormt een aanwijzing, dat sommige belangstellenden desondanks toch meer hebben ingeschreven dan zij in werkelijkheid nodig hadden. Naar aanleiding van overmatige majorerings- praktijken die in het verleden plaatsvonden, heeft het ministerie van Financiën een onder zoek ingesteld naar de mogelijkheden om een ander emissiesysteem in te voeren. Vooral de inschrijving op de 5%% staatslening 1964 II, die zodanig was overtekend dat op de in schrijving slechts 0,118% kon worden toege wezen, was voor de vorige minister van Finan ciën een gerede aanleiding om de zaak in studie te nemen. In het verleden zijn in de praktijk een negental systemen gebruikt, in alle mogelijke variëteiten. Nimmer heeft ie mand echter een systeem gevonden waaraan niet in meerdere of mindere mate nadelen kleefden. In ieder geval is de minister uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat het majoreren - bij welk van de te gebruiken systemen ook - op zichzelf nooit geheel te voorkomen is. De keu ze van het systeem zal steeds afhankelijk moeten zijn van de betrekkelijke ruimte op de kapitaalmarkt en van wat men zou kunnen noemen de samenstelling van het beleggers corps, met name van de aanwezigheid en het optreden van grote beleggende instellingen. Obligaties versus aandelen Op 2 november stond de inschrijving open op 10,5 miljoen 5%% dertig-jarige obliga ties ten laste van de provincie Zuid-Holland a 98%%. Hiervan had de provincie reeds voor

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 34