gens niet uitbetaald loon. En het loon behoort
op het niveau van de collectieve arbeidsover
eenkomst te liggen.
De studiegroep wijst erop dat de landbouwer
niet afschrijft op grond en op de veestapel,
twee belangrijke produktiefactoren. Daarom
is verlenging van de looptijd van leningen
voor de financiering van deze produktiemidde-
len economisch verantwoord. Een nadere stu
die over de mogelijkheden op dit gebied
wordt aanbevolen. Wij moeten aannemen dat
de studiegroep, op het moment dat zij de defi
nitieve tekst van haar rapport vaststelde, nog
geen kennis had genomen van de verleden
jaar ingevoerde grondhypotheek bij de Boe-
ren-Hypotheekbank, die een looptijd van rond
70 jaar heeft. Wij verwijzen daarvoor naar ons
nummer van mei 1964, blz. 1905. Dit jaar heb
ben wij bij de plaatselijke banken een nieuwe
lening kunnen invoeren voor de financiering
van rundvee, met een looptijd van 20 jaar. De
ze financieringsvorm kon tot stand komen
dank zij de medewerking van het Borgstel
lingsfonds voor de Landbouw. Zie ons num
mer van mei 1965, blz. 2326.
In het rapport lezen wij ook een aanbeveling
voor een nieuw onderzoek naar de vermo
genspositie van landbouwers en tuinders.
Sinds het onderzoek dat de Commissie Land
bouwkrediet instelde op basis van gegevens
uit 1957, hebben de bedrijfsresultaten in de
agrarische sector zich niet gunstig ontwif
keld. Het rapport vermeldt dat de omvang van
het vreemde vermogen in de landbouw vetf-
houdingsgewijs sedertdien is toegenomen,
zoals tot uiting kwam in de brochure 'Boeren
leenbank en landbouw 1958-1961', uitgegeven
door de beide centrale landbouwkredietinstel
lingen.
In dit verband wijzen wij erop dat het Land
bouw Economisch Instituut in overleg met de
beide centrale banken onlangs een begin
heeft gemaakt met de periodieke publikatie
van gegevens over de vermogenspositie van
de Nederlandse land- en tuinbouw. Er zijn in
dit kader al twee rapporten over de tuinbouw
in 1960 en 1961 verschenen, evenals een
voorbereidend rapport over gemengde be
drijven op de West-Veluwe.
Wij willen deze korte bespreking niet eindigen
zonder een woord van waardering te hebben
geuit voor het werk dat de studiegroep ge
mengde zandbedrijven heeft verzet en de
voortreffelijke wijze waarop zij de uitkomsten
heeft gepresenteerd. Haar verslag kan een
belangrijke bijdrage leveren tot de economi
sche gezondmaking van de landbouw.
2517