sociale zekerheid zoals die in de landbouw tot uiting komen, vergeleken met andere bedrijfs takken. Mede hierdoor ontstaat er twijfel of de vooruitzichten van het familiebedrijf nog wel aantrekkelijk zijn. Het zoeken naar geschikte oplossingen om deze twijfel weg te werken is niet eenvoudig. De bijdragen die het gezinsbedrijf zelf kan geven liggen op het terrein van het gebruik van de verschillende produktiemiddelen, van de produktie zelf en van de afzet. Steeds moet worden getracht de gunstigste combinatie van produktiemiddelen in het bedrijf tot stand te brengen. Voor wat de arbeid betreft wees de heer Boon erop dat in alle landen sprake is van een afvloeiing van arbeidskrachten. Het gevolg hiervan is dat degenen die achter blijven meer mogelijkheden krijgen tot het in casseren van een redelijk inkomen zonder dat dit ten koste gaat van de afvloeiers. Wel blijkt in verschillende gebieden dat de algemene vorming en de beroepsvorming van de agra rische jeugd nog te wensen over laat. De land bouworganisaties zullen met behulp van de overheid hierin verbetering moeten brengen. De oppervlakte cultuurgrond vermindert als gevolg van de noodzakelijke bestemmings veranderingen. Om de schade voor de land bouw zoveel mogelijk te beperken zullen op grote schaal streekplannen moeten worden opgesteld. De heer Boon spoorde de land bouw aan bij deze planning actief mee te wer ken. Daar verder de grondoppervlakte voor vele bedrijven te gering is zal in sommige streken aandacht moeten worden besteed aan verbetering van de financieringsmogelijkhe den bij grondaankoop. Verschillende oorzaken hebben ertoe geleid dat er steeds meer kapitaal in de agrarische bedrijven wordt gestoken. De inleider noem de in dit verband vervanging van arbeid door kapitaal, bedrijfsmodernisering en de steeds groeiende betekenis van de veredelings- produkten. Voor dit laatste worden steeds meer halffabrikaten en werktuigen gebruikt. Procentueel stegen in de vijftiger jaren de in vesteringsuitgaven dientengevolge veel meer dan de lopende bedrijfsuitgaven. Het gevolg is geweest dat de produktie per arbeidskracht door het benutten van de technische vooruit gang sterk is toegenomen. Tegelijkertijd steeg ook de kredietbehoefte aanzienlijk, zodat het veelal coöperatief georganiseerde landbouw krediet een steeds grotere betekenis voor de landbouw heeft gekregen. Reeds werd vermeld dat de bijdrage die het agrarische gezinsbedrijf zelf aan de oplossing van de bestaande wanverhouding kan geven, volgens professor Boon ook kan worden ge put uit de produktie zelf. Hiermee bedoelde hij dat het gezinsbedrijf zich moet aanpassen bij de economische ontwikkeling, dat het zijn produktie moet afstemmen op de eisen van de markt en dat samenwerking tussen produ centen vaak gunstige financiële resultaten kan afwerpen. Hoezeer hij er ook mee in stemde dat de drang naar zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid in het familiebe drijf gestalte krijgt, hij achtte het anderzijds noodzakelijk dat de agrarische ondernemer de moderne, bedrijfseconomische methoden van ondernemen voorzover mogelijk ook in zijn eigen bedrijf toepast. Daarin zag hij een van de voorwaarden om tegemoet te komen aan de eisen die de consumenten stellen. Door hun gestegen koopkracht verlangen zij steeds meer produkten van hoge kwaliteit in een prettige verpakking en tegen lage prijzen. 2475

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 9