Verbeterde positie
AANTEKENINGEN BIJ DE STATISTISCHE GEGEVENS
Gedurende de maand augustus zijn de liquide middelen sterker gestegen dan in de overeenkomstige periode
van het vorig jaar. Deze toeneming valt enerzijds te verklaren uit een sterkere aangroei van de toevertrouwde
middelen en anderzijds uit het achterblijven van de groei van de uitzettingen.
Onder de toevertrouwde middelen vertoonden de spaargelden evenals de vorige maand een grotere stijging dan
in de overeenkomstige periode van het vorig jaar. In de afgelopen maand namen zij toe met ruim f 34 miljoen,
tegen 28 miljoen in 1964.
De ontwikkeling van deze gelden gedurende de laatste twee maanden weerspiegelt een algemene verbetering in
het spaarklimaat. Aan het achterblijven van de spaaroverschotten, dat in augustus van het vorig jaar begon, is
mogelijk een einde gekomen.
De tegoeden in rekening-courant vertoonden met ruim f 3 miljoen een aanwas, die ongeveer gelijk was aan die
van het vorig jaar. In totaal namen de toevertrouwde middelen toe met ongeveer f 38 miljoen.
Tegenover de aangroei van toevertrouwde middelen daalden de kredieten in rekening-courant van f 181 miljoen
per einde juli tot f 179 miljoen per einde augustus.
De kredietverlening in de vorm van voorschotten met een vaste aflossingsverplichting blijft zich gestaag uit
breiden, alhoewel het bedrag aan nieuw verstrekte voorschotten sinds februari van dit jaar iedere maand lager is
geweest dan in dezelfde perioden van het vorig jaar.
In de maand augustus werd voor f 35 miljoen verstrekt en voor f 17 miljoen afgelost, zodat het uitstaande bedrag
opliep tot f 1.677 miljoen.
Besparingen
Het verloop van de besparingen in de maand september stemt wederom tot tevredenheid. Het verschil tussen
de stortingen en terugbetalingen was evenals in augustus hoger dan in 1964. Er werd f 141,3 miljoen gestort en
f 119,6 miljoen terugbetaald, zodat het spaarverschil f 21,7 miljoen bedroeg. Bij de raiffeisenbanken bedroeg het
spaaroverschot f 33,8 miljoen te vergelijken met f 33 miljoen in september van het vorig jaar. Bij de Rijkspost
spaarbank en de Algemene Spaarbanken werd respectievelijk 12,9 en 10,8 miljoen gespaard.
2506