De individuele boeren staan echter met een
versplinterd aanbod machteloos. Vandaar dat
de contractteelt van steeds meer betekenis
wordt.
Wel komt hierdoor de vraag op of de boer
voor het aldus ontstane verlies van een deel
van zijn vrijheid inderdaad een hoger inkomen
terugkrijgt. Dit is veelal niet het geval. Hierin
zocht de inleider de belangrijkste oorzaak
voor het ontstaan van producentengroeperin
gen. Deze groeperingen richten zich op aan
passing van de produktie bij de markt en stre
ven tevens naar intensieve samenwerking
tussen de agrarische producenten. Op deze
wijze staan zij als onderhandelingspartner
sterker tegenover handel en industrie.
Toch mag men er niet op rekenen dat produ
centengroeperingen en coöperaties alle pro
blemen zullen oplossen. Er mankeert nog veel
aan de bedrijfsstructuur. Verder is er voor de
meeste produkten veelvuldig sprake van een
aanbodoverschot waardoor het prijsniveau
bedenkelijk kan dalen. Wil de landbouw pro
fiteren van de algemene welvaartsverhoging
dan kan een prijspolitiek van de overheid niet
gemist worden. Toch zal het verschijnsel van
het randbedrijf niet verdwijnen. Door de
krachtige economische ontwikkeling en de re
sultaten van de technische vooruitgang zag de
heer Boon de onderste grens van de levens
vatbaarheid van bedrijven steeds opschuiven
naar boven.
Als een van de mogelijkheden voor de agra
rische producenten om meer te profiteren van
de stijging van de levensstandaard noemde
de inleider de verandering van de produktie
en van de afzetstructuur. De afzetstructuur is
nog een duister begrip. Het marktonderzoek
is in de landbouw veelal nog een onontsloten
gebied. Wil de producent meer van de ver
bruikersuitgaven tot zich trekken dan zal hier
in snel verandering moeten worden aange
bracht. De producent kan alleen niet veel be
reiken. Samenwerking is in deze een vereiste.
De coöperaties hebben reeds activiteiten op
dit gebied aan de dag gelegd. Echter ook deze
instellingen zullen hun structuur moeten aan
passen aan de zich snel veranderende ver
koopvoorwaarden, onder meer door onderlin
ge samenwerking. De agrarische producent
zal daarbij in zijn eigen belang soms een deel
van zijn beslissingsbevoegdheden moeten
prijsgeven, aldus professor Boon.
Ons commentaar op dit betoog kan kort zijn.
De Belgische hoogleraar behandelde de ac
tuele agrarische problemen grondig en uitge
breid. Het leek ons daarom zinvol dit profes
soraal betoog zo uitvoerig mogelijk weer te
geven. Aanpassing van de agrarische onder
nemers aan het zich zo snel wijzigende maat
schappijbeeld is noodzakelijk. Al is het niet
onze taak in deze op uitgebreide schaal voor
lichtend op te treden, een regelmatige bezin
ning op gewenste of daadwerkelijke verande
ringen is een eis die juist ons tijdsbeeld op
roept. Het is een belangrijk onderdeel van een
dynamisch ondernemersschap.
2476