algemene banken in het klein. Des te verve
lender was het voor hen dat zij zich tot voor
kort niet met de naam 'bank' mochten tooien.
Die naam is in Duitsland wettelijk beschermd
en slechts een betrekkelijk kleine kring van fi
nanciële instellingen mocht hem voeren; onder
meer spaarbanken en boerenleenbanken
mochten zich zo niet noemen. Onlangs is er
echter wijziging in die toestand gekomen en
hebben de Raiffeisenkassen toestemming ge
kregen hun naam te veranderen in Raiffeisen-
banken. Wie door Duitsland reist kan die
naamsverandering hier en daar al waarnemen.
Deze formele toestemming is in feite het sluit
stuk van een ontwikkeling die jaren geduurd
heeft en die een krachtige stoot in de rug kreeg
door de verstedelijking van het Duitse platte
land. De stedelingen trekken naar het land om
rustig en aangenaam te kunnen wonen, maar
zij willen hun financiële zaken op dezelfde ma
nier blijven doen als toen zij nog in de stad
woonden. In de meeste dorpen kunnen zij dan
alleen op de plaatselijke boerenleenbank een
beroep doen, omdat er geen andere finan
ciële instelling gevestigd is. Voor veel Duitse
boerenleenbanken, zo schrijft het 'Zeitschrift
für das gesamte Kreditwesen', betekende dit
het einde van de goede, oude tijd, waarin de
geestelijke of de onderwijzer in zijn vrije tijd
als kassier optrad. Bij ons is die oude tijd
al eerder geëindigd. Dat hangt samen met de
grotere bevolkingsdichtheid in ons land, waar
door stad en platteland in letterlijke zin dich
ter bij elkaar liggen.
Voor de Duitse boerenleenbanken zaten er
ook nadelige kanten aan de wijziging van de
wettelijke voorschriften. Een tot dan toe be
staand voorschrift, dat een nieuw bankkantoor
alleen gevestigd mocht worden als de desbe
treffende instelling kon aantonen dat er be
hoefte aan bestond, werd opgeheven. Daar
van zijn vooral de spaarbanken gebruik gaan
maken om bijkantoren in de dorpen te vesti
gen. De boerenleenbanken zelf zijn over het
algemeen nog te klein om aan vestiging van
bijkantoren te denken. Op die manier werd de
concurrentie voor hen scherper en werden zij
gedwongen die het hoofd te bieden.
Dergelijke ontwikkelingen vormen een uitda
ging. Zij kunnen ten goede en ten kwade wer
ken. Het hangt er maar van af, hoe de uitda
ging wordt aangenomen. De Duitse boeren
leenbanken hebben het, onder leiding van hun
centrale, gedaan op een manier die bewonde
ring opwekt. Zware beslissingen worden daar
bij ook op plaatselijk niveau niet geschuwd.
Wij denken bijvoorbeeld aan de samensmel
ting van naburige banken, in Duitsland op vele
plaatsen noodzakelijk vanwege de zeer ge
ringe omvang van de banken. Het spreekt
vanzelf dat daarbij soms harde noten gekraakt
moeten worden en dat de appel waar men
doorheen moet bijten wel eens zuur kan zijn.
Het resultaat is te zien aan de cijfers, die
aangeven dat het aantal boerenleenbanken
bij onze oosterburen geleidelijk afneemt, ter
wijl hun gezamenlijk balanstotaal een sterkere
toeneming vertoont dan dat van welke andere
bankgroepering ook.
Zilveren LEI
Op 1 december 1965 bestaat het Landbouw-
Economisch Instituut 25 jaar.
Ter gelegenheid van dit feit zal op donderdag
25 november in Esplanade te Utrecht voor een
kring van genodigden een 'Landbouw-econo-
mische dag' worden gehouden.
2450