'v-~- - ditionele rijstbedrijf naar het meer commerci ële bedrijf te groot bleek. Pogingen zijn aan gewend om een areaal in te richten met een zogenaamd kernbedrijf en daar omheen een aantal kleine bedrijven. In het kernbedrijf en in de kleine bedrijven worden dezelfde ge wassen geteeld. Het kernbedrijf fungeert als centrum voor opleiding en voorlichting en verzorgt de afzet van het produkt, ook voor de kleine boeren. Hoewel zich bij deze opzet ook de nodige problemen hebben voorgedaan en nog voordoen, blijkt het toch dat met een der gelijke groepering van de produktiebedrijven betere resultaten zullen worden bereikt dan tot dusver in de polders het geval is geweest. Een andere oorzaak van achterblijvende af lossingen ligt in de slechte oogstjaren 1957 en 1961. Een oorzaak van heel andere aard is gelegen in een aan de omstandigheden van Boerenleenbank De Eerde het ogenblik aangepaste doch in organisato risch opzicht ongelukkige verdeling van ver antwoordelijkheden, waarbij de kredietagent in feite wordt belast met de verstrekking van kredieten en de volkskredietbank met de ad ministratie en de terugvordering daarvan. Resumerend kan worden gesteld dat de kre dietverlening aan landbouwers onder de hui dige omstandigheden niet op bevredigende wijze plaatsvindt. Een en ander heeft de aan dacht van de regering. Deze heeft thans een rapport in studie van een door de minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij ingestelde commissie, welke tot taak heeft na te gaan in hoeverre het noodzakelijk of wenselijk is de agrarische kredietverlening binnen een speci aal daartoe op te richten bankinstelling te cen traliseren. K. Nandoe $S

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 10