als rechtsvorm worden gebruikt. De aanspra
kelijkheid - die vaak als essentieel voor de
coöperatieve vereniging wordt aangemerkt -
kan in beide rechtsvormen worden geregeld
zoals men wil. Wanneer het vereiste van ko
ninklijke goedkeuring voor de gewone ver
eniging wordt opgeheven en tevens het ver
eiste van de notariële akte ingevoerd wordt
(hetgeen men van plan is), dan is er eigenlijk
geen echte grond meer voor een aparte wet
telijke regeling van enerzijds de 'gewone' en
anderzijds de coöperatieve vereniging.
Professor Polak verdedigt dan ook voor de
toekomst een uniforme regeling voor alle ver
enigingen die rechtspersonen zijn. Wanneer
die verenigingen een bedrijf uitoefenen, zul
len in verband daarmee nog nadere wetsre-
gels moeten worden opgesteld.
De wet op de coöperatieve verenigingen zelf
heeft overigens in grote mate bijgedragen tot
de ontwikkeling van het verenigingsrecht in
het algemeen. Diverse grondbeginselen van
die wet worden ook toegepast in zaken, die
een 'gewone' vereniging betreffen. In het nieu
we Burgerlijk Wetboek zijn hele stukken uit
die wet vaak zonder veel wijzigingen overge
nomen en worden dan van toepassing ver
klaard op alle verenigingen, coöperatief of
niet.
Wanneer professor Polak de leiding van een
coöperatie onder de loupe neemt, dan valt
hem onmiddellijk op het verschil tussen die
coöperatie en bijvoorbeeld een naamloze ven
nootschap, hoewel die allebei een bedrijf uit
oefenen.
Veelal is bij een coöperatie de gang van za
ken van het bedrijf in handen van een direc
teur/zaakvoerder of kassier. Deze treedt ech
ter steeds op als lasthebber (procuratiehou
der) van het bestuur, dat de coöperatie verte
genwoordigt. Een nv wordt vertegenwoordigd
door de directie, die behalve voor wat betreft
de eigenlijke bedrijfsvoering ook juridisch ge
zien nauwer aan de onderneming verbonden is.
Op het gebied van de besluitvorming is er bij
een coöperatie eerder kans op stagnatie dan
bij een nv, omdat voor veel beslissingen
naast de directie ook het bestuur - dat niet uit
vakmensen bestaat - nodig is, terwijl bij een
nv directie en bestuur steeds samenvallen.
Er staan voor de jurist en degene die met coö
peraties te maken heeft veel wetenswaardig
heden in het preadvies van professor Polak.
Het is een aanwinst voor hen die met deze
materie moeten werken. Voor een eerste ken
nisneming van de juridische problematiek op
het gebied van coöperatieve verenigingen is
het eveneens zeer geschikt door de beknopt
heid die overigens nergens de nodige volle
digheid schaadt.
2411