Een juridisch preadvies over de coöperatie RECHT EN WET De juridische zijde van de coöperatie is on derwerp van behandeling geweest in twee preadviezen, die zijn uitgebracht voor de Broederschap der Candidaatnotarissen. In het eerste preadvies beschrijft prof. mr. J. M. Polak uit Wageningen de coöperatieve ver eniging in het algemeen, van juridische zijde bezien; in het tweede bespreekt notaris J. J. M. de Vries uit Amsterdam een speciale vorm van coöperatie, de 'coöperatieve flatexploita- tievereniging'. Voor het laatste preadvies vol staan we met de vermelding, omdat de materie hiervan niet binnen het bestek van ons maand blad valt. Het werkstuk van professor Polak is een ge degen, beknopte en goed leesbare inleiding tot de belangrijkste juridische vraagstukken, die er op dit gebied bestaan. Ook een globale omschrijving van het ontstaan, voorkomen en ontwikkeling van de coöperatie ontbreekt niet. De schrijver staat uitvoerig stil bij het ver schijnsel, dat de juridische vormgeving van de coöperatieve gedachte kennelijk op ver schillende manieren kan worden gerealiseerd. Wat men in het spraakgebruik een coöperatie noemt, kan juridisch een 'echte' coöperatieve vereniging zijn, maar ook een 'gewone' ver eniging en zelfs een naamloze vennootschap of een stichting. Welke van deze rechtsvor men men kiest, is in economisch opzicht niet van betekenis. Een bekend voorbeeld is te vinden in onze eigen organisatie. Naast boerenleenbanken die zijn opgericht als 'gewone' vereniging (vol gens de wet van 1855) bestaan er ook, die ge organiseerd zijn als zuivere coöperatieve ver eniging, terwijl beide soorten praktisch vol komen gelijkluidende statuten hebben. In de produktiesector kennen we 'echte' coö peratieve verenigingen, die een suikerfabriek of aardappelmeelfabriek hebben en daarnaast naamloze vennootschappen, naar doel en werkwijze coöperaties, die ook zulke bedrij ven hebben. Terecht constateert professor Polak, dat on ze wetgeving kennelijk zo soepel is, dat de coöperatieve gedachte op juridisch verschil lende organisatievormen kan worden geënt. Moet nu de wet gaan voorschrijven, dat een organisatie die op coöperatieve basis werkt en een bedrijf heeft, ook daarom als zuivere coöperatieve vereniging wordt opgericht? Met andere woorden, moeten alle coöpera ties ook onder precies dezelfde wettelijke re geling vallen? Wij geloven met de schrijver dat deze vraag meer van academisch dan prak tisch belang is. Grote bezwaren zijn aan de huidige situatie niet verbonden. En het is de vraag of een strak wettelijk keurslijf niet meer bezwaren oplevert. Momenteel kunnen vooral de 'gewone' vereni ging en de 'coöperatieve vereniging' zonder enige moeilijkheid voor dezelfde doeleinden 2410

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 8