Landbouw-economisch nieuws schrijvers rekenden er al van te voren op, dat de lening tot f 300 miljoen verhoogd zou wor den omdat de inschrijvingen dit bedrag toch wel te boven zouden gaan. De emissie is inderdaad een groot succes ge worden. Naast de vraag uit het binnenland werd door het buitenland ook een grote be langstelling aan de dag gelegd. Een andere emissie die nog enige aandacht vraagt is de uitgifte van f 25 miljoen obligaties 6% van de Italiaanse elektriciteitsmaat schappij 'Enel' tegen de koers van 95%, waar van de inschrijving openstond op 12 juli. Deze lening wordt gegarandeerd door de Italiaanse staat. Het interessante van deze lening is dat zij be staat uit paralleltranches, welke in verschil lende bedragen ook gelijktijdig worden uitge geven in de landen en de valuta's van de an dere EEG-landen. Elke paralleltranche luidt dus in de nationale munt van het land waar de inschrijving voor het publiek wordt openge steld, terwijl voor elke tranche dezelfde voor waarden gelden met betrekking tot de rente voet, de looptijd en dergelijke. Het enige va riabele is de koers van uitgifte; dit instrument wordt gehanteerd om de voorwaarden aan te passen aan het renteniveau dat in de verschil lende landen geldt. In totaal zou de gehele emissie f 276 miljoen belopen. Het Nederland se deel van deze lening werd slecht door de markt opgenomen, nadat bekend was gewor den dat de Duitse tranche meteen na de in- schrijfdatum beneden pari genoteerd werd. Daarentegen vond deze lening in Italië, België en Luxemburg een goed onthaal. Ook de Franse tranche werd geen succes. De EEG verkeert opnieuw in een ernstige cri sis. Toen in de nacht van 30 juni op 1 juli de Ministerraad het niet eens kon worden over de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid in de komende jaren, stelde Frankrijk dat de andere EEG-landen zich niet gehouden hadden aan de eerder gemaakte af spraken, met name niet aan die welke in het financiële reglement nr. 25 van januari 1962 waren neergelegd. Daarin was geregeld - in concrete cijfers echter slechts tot en met 30 juni 1965 - volgens welke sleutels elk land bijdragen voor het Landbouwfonds moest le veren en uit dit Fonds gelden zou ontvangen voor uitgaven, gemaakt vooral in verband met exporten naar derde landen en interventies op de binnenlandse markt. Hoewel het meer regel dan uitzondering is dat in EEG-onderhandelingen afgesproken data worden overschreden, was Frankrijk ditmaal niet bereid de onderhandelingen voort te zet ten. Het hield vast aan 30 juni als uiterlijke datum waarop de financiering van het gemeen schappelijk landbouwbeleid tot 1970 had moe- 2431

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 29