Geld- en Kapitaalmarkt Als de verwachtingen voor de achter ons lig gende periode zouden zijn uitgekomen, had de geldmarkt er uiterst somber uitgezien. Ge lukkig echter, dat - dank zij bepaalde, niet ver wachte, verruimende factoren - die pessimis tische voorspellingen niet geheel zijn uitgeko men. Gedurende de gehele periode hebben de banken een saldo bij de Nederlandsche Bank kunnen aanhouden dat aan de noodza kelijke liquiditeitseisen kon voldoen. De bij de Nederlandsche Bank opgenomen voor schotten bedroegen slechts f 30 miljoen ge middeld; een stand die vergeleken met de vo rige periode zeer laag is. We kunnen ons nog wel herinneren dat de banken in andere jaren, ter financiering van de mei-ultimo, geduren de enige dagen voor niet minder dan f 276 miljoen bij de Nederlandsche Bank in het krijt moesten staan. Daarentegen zagen we dat de beheerder van de schatkist steeds dieper naar de bodem moest tasten vanwege het feit dat de door hem verrichte betalingen de ontvangsten steeds overtroffen. De maand juni werd op de geldmarkt niet on gunstig ingeluid, al bleek de bankbiljettenuit- zetting zeker niet te zijn meegevallen. Uit de ervaring is bekend dat de mei-ultimo wordt gekenmerkt met een omvangrijke financie ringsbehoefte. Deze maal bleek de bankbiljet- tencirculatie met niet minder dan f 434 miljoen te zijn toegenomen, waardoor een nieuwe re- cordomvang werd bereikt. Het vorige hoogte punt dateerde van begin mei; toen beliep de bankbiljettenomloop f 7.165 miljoen. Op 31 mei beliep deze f 7.367 miljoen. Dank zij echter de grote betalingen die het rijk in de laatste weken van mei had verricht, kon de ultimo-financiering zonder grote be- nauwenissen worden opgevangen. Met een saldo van f 123 miljoen kwamen de banken voor op de weekstaat van de Nederlandsche Bank per 31 mei. Dit was slechts weinig on der het verplichte tegoed dat zij tot 15 juni ge middeld als renteloos deposito voor de te gro te kredietverlening moesten aanhouden. Bo vendien hadden de banken voordien onge twijfeld al op deze verplichting ingelopen, in de pessimistische verwachting dat er nog wel moeilijke dagen zouden komen. Toch bleken er toen nog diverse banken van de 'bank der banken' hulp te behoeven in de vorm van voorschotten. De voorschotrekening bedroeg ultimo mei namelijk f 55 miljoen. Desondanks zag de geldmarkt er niet op haar onvoorde ligst uit. Dit bleek ook wel uit het feit dat de officiële callrente op 3% bleef gehandhaafd. Op de weekstaat van 31 mei zien we nog een belangrijke wijziging in de deviezenpost als mede in de portefeuille van de Nederlandsche Bank. Deze wijziging houdt verband met de financiering van het Nederlandse aandeel in de guldenstrekking die Engeland op het In- 2426

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 24