Koerstabel 9878 877, 29-4-1965 28-5-1965 vo co Nederland 1947 813/s (4,97%) 8072 (5,05%) 3'/4% Nederland 1954 82 (5,26%) 8072 (5,46%) 5'/4% Nederland 1964 I 100»/l6 (5,20%) (5,45%) 4%% Nederland 1963 II 9072 (5,34%) 887b (5,49%) 33/4% Nederland 1953 86 (5,36%) 8472 (5,56%) 4 Nederland 1961 907/s (5,24%) 8874 (5,63%) co vP Nederland 1956 (5,25%) 8572 (5,49%) 4'/2% Nederland 1960 1 937/8 (5,36%) 927b (5,54%) 4'/4% Nederland 1959 923/e (5,38%) 917b (5,58%) 3 Ned. Grootboek 1946 8672 (5,19%) 843/4 (5,50%) 4'/2% Nederland 1964 (10 j.) 973/4 (5,06%) 96 (5,51%) zijn, wat de hoogte van de rente betreft, dus niet geheel vergelijkbaar met de lening van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten. Een belangrijke oorzaak van de rentestijging ligt in de grote emissieactiviteit die in de na bije toekomst wordt verwacht, terwijl het ka pitaalaanbod verhoudingsgewijs gering is. Het nieuwe kabinet heeft een flink beroep op de kapitaalmarkt in het vooruitzicht gesteld en het leningenplafond voor gemeenten ver hoogd. Ook in het bedrijfsleven neemt de vraag naar geldmiddelen toe, hetgeen tot nu toe vooral op de onderhandse markt te merken is. Daar de kapitaalrente in het buitenland thans ook een sterke stijging vertoont, zal de be langstelling die het buitenland de laatste tijd aan de dag legde voor Nederlandse guldens leningen naar alle waarschijnlijkheid afnemen. Al met al zal dus met een gering kapitaalaan bod een grote kapitaalvraag moeten worden bevredigd. Een ongetwijfeld gunstige positie dus voor de kapitaalverstrekkers op het ogen blik. We zien nu al op de markt voor onder handse leningen dat de rente tot 6 a 6%% is gestegen. Al was de stemming over het algemeen zo dat men voor de nieuwe BNG-emissie geen succes verwachtte, toch bleek deze uiteindelijk volledig door de markt te zijn opgenomen. Er moest zelfs een geringe reductie worden toe gepast. Vanwege de sterke stijging van het renteni veau is het ook wel te begrijpen, dat de be langstelling van beleggers in de risicodragen de sector de laatste tijd niet groot is. Vermoedelijk zullen nu ook hogere rende mentseisen aan de aandelenmarkt worden gesteld. Voorts zal men zich, naarmate een hoger rendement bij belegging in vaste rente dragende fondsen kan worden verkregen, min der laten afschrikken door de aan belegging in de risicomijdende sfeer verbonden gevaren van geldontwaarding. 2397

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 31