heel wat gelukkiger beeld. Het tegoed van het rijk was gedaald met niet minder dan f 284 miljoen. Vooreerst had de schatkist de - sinds januari van dit jaar maandelijks voorkomende - uitkering aan de gemeenten te doen van naar schatting een kleine 200 miljoen. Daarnaast verrichtte het rijk nog andere betalingen. Dit alles zorgde voor een zeer welkome verruiming van de geld markt. Hierdoor toch werd het mogelijk de nog uitstaande omvangrijke voorschot ten af te lossen. Deze werden teruggebracht tot het meer normale niveau van f 10 miljoen. Daarnaast zagen de banken hun tegoed in re kening-courant bij de Nederlandsche Bank stijgen met niet minder dan f 160 miljoen tot het comfortabele bedrag van f 283 miljoen. Deze ruimte was ruim voldoende voor het ver eiste gemiddelde, dat op de renteloze straf- depositorekening moest worden aangehouden. Per 17 mei was de nieuwe periode voor het strafdeposito ingegaan. Tot 15 juni zou de boete voor te grote kredietverlening in totaal f 133 miljoen bedragen. Het blijkt dus dat de kredietsituatie in maart een stuk ongunstiger geworden was. De verplichte deposito's wa ren namelijk in vergelijking met de op 15 mei afgesloten periode met niet minder dan 55 miljoen gestegen. Het is wel duidelijk dat met de nieuwe ultimo in het vooruitzicht, op de voet gevolgd door de pinksterdagen, de ban ken snel poogden vooruit te lopen op deze verplichting. Desondanks gaf de ruimte op de geldmarkt de Commissie, die de prijs voor daggeld dagelijks vaststelt toch aanleiding om het officiële ta rief op 18 mei met 1/2% te verlagen tot 31/2% en het al een dag later terug te brengen tot 3%, een hoogte die de laatste maanden als kenmerkend voor een 'ruimere' geldmarkt wordt gezien. Reeds in de daarop volgende week onderging de bankbiljettencirculatie weer een stevige uitbreiding. Uit de weekcijfers van de Neder landsche Bank per 24 mei bleek dat hiervoor al 222 miljoen aan de geldmarkt was onttrok ken. Toch zagen wij het saldo der banken met nog geen f 40 miljoen dalen. De daling kon zo gering blijven door de ge lukkige omstandigheid, dat het rijk tot een be drag van 162 miljoen betalingen te verrich ten had. Hierdoor daalde het saldo van 's rijks schatkist tot f 385 miljoen. Het was voor het eerst sinds begin september vorig jaar dat het tegoed van het rijk beneden de f 400 belandde. Daarnaast bleken echter toch nog enkele ban ken de hulp van de Nederlandsche Bank niet te kunnen missen. De voorschotrekening was weer met ongeveer f 30 miljoen tot f 41 mil joen gestegen. Een stand echter, die, wanneer we de afgelopen maanden bekijken, niet van grote betekenis is. Op 25 mei kwam het rijk nog eens aan de markt met flinke betalingen van naar schatting 80 a 100 miljoen. Het waren uitkeringen die het rijk nog aan de gemeenten te doen had. Door deze betalingen werd aan de geldmarkt een nog ruimere aanblik gegeven. Aangezien echter de financiering van de mei-ultimo nog niet voleind was en het bankpapier in verband met de Pinksteren wel vertraagd zou terug vloeien, was deze verruiming geen te grote luxe voor de partijen op de geldmarkt. Het wekt natuurlijk geen verwondering, dat in de stand van het schatkistpapier in de af gelopen periode weer hoegenaamd geen ver andering is gekomen. Stond deze op 20 april op f 3.543 miljoen, door aflossing daalde hij 2395

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 29