De top en het bier Met enkele collega's trokken we op de zonnige 21e mei naar de nieuwbouw van de centrale bank om getuige te zijn van de ceremonie, die bij traditie gehouden wordt als een nieuw ge bouw zijn hoogste punt bereikt. Het pad naar het gebouw voert over een steppe achter het station te Eindhoven, die straks een verkeersader door de stad zal zijn. Op het bouwterrein wezen pijlen ons de rich ting, waar we de top moesten zoeken. Na de steppe kwam zand, na het zand een hou ten brug over de kuil waarin de bank is ge bouwd, na de houten brug het beton. Tonnen beton, en ruimte. Wat een ruimte. Zesenzeven tigduizend kubieke meter is veel. We keken in de bankhal omhoog en zagen ruim vijftig meter hoger: de top. De moed zonk ons in de schoenen. Zouden we daarheen moeten klimmen? Vertwijfeld zochten we naar de lift, maar daarvoor was in het beton alleen nog maar ruimte gereserveerd. Aarzelend begonnen we aan de eerste beton nen treden. Trap na trap, verdieping na ver dieping, tot de vierde en daar wees ons de pijl naar een afgeschutte ruimte. Kennelijk de 'kantine' van de werkers. Lange tafels, lange banken en televisietoestellen. Toen werd het ons duidelijk: we zouden niet naar de top hoeven, tenminste nu nog niet. We zouden via het modernste communicatiemiddel getuige kunnen zijn van het hijsen van de vlag. En de teevee-reportage was echt. Beelden van de stad Eindhoven rondom van een uniek punt en gelukkig zonder de stem van een verslag gever Een weldaad om eens niet te horen ver tellen, wat je met eigen ogen kunt zien. Vijf minuten na vier gebeurde het. De heren Mertens (raad van toezicht), Cerutti (bestuur), Bakx (directie), Maas (Architectenbureau Kraayvanger) en De Bever (Architectenbureau De Bever) hadden de klim naar de top wèl vol bracht en kwamen in het beeld. De vlag had een veel gemakkelijker weg gekozen. Die kwam na in de korf van de hijskraan! Tien over vier. De vlag, als een opgevouwen parachute, wordt door de heer Mertens om hoog gehesen. Dan wordt aan het andere eind getrokken. In de heldere lucht waait trots de driekleur en in de kantine breekt een applaus los. De heer Kraayvanger, een der architecten, vraagt de aandacht en geeft uiting aan zijn blijdschap dat op dit ogenblik allen bijeen zijn, die bij de bouw zijn betrokken. Helaas is de heer De Bever senior, die een zo groot aan deel in het ontwerpen van dit gebouw heeft gehad, inmiddels van ons heengegaan. Hem komt een woord van erkentelijkheid en dank toe. Het is traditie, aldus de heer Kraayvanger, dat bij het bereiken van de top van een bouw werk, velen bijeen komen die op een of andere wijze betrokken zijn bij de bouw, doch het is in feite het moment van de werkers, die het werk uitvoeren. Architecten kunnen nog zo mooie plannen maken, aannemers kunnen de kosten nog zo nauwkeurig berekenen en het werk organiseren, de werkers moeten het 2385

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 19