raad een bedrag van 410.000 beschikbaar
willen stellen. Daarmee kan 4% worden ge
restitueerd over de in 1964 betaalde premies
en 7% over de in dat jaar betaalde koop
sommen. Daarenboven heeft de raad ge
meend, dat de financiële positie van de Boe
ren en Tuinders Levensverzekering thans zo
danig is geworden, dat de mogelijkheid om de
collectieve premie bij besluit van aandeelhou
ders te verhogen, waartoe de polisvoorwaar
den de gelegenheid geven, thans kan ver
vallen. Hierdoor wordt aan onze collectieve re
laties de zekerheid van een vaste premie ge
boden.
Na toepassing van deze voorzieningen zal
niettemin een groot deel van de winst, name
lijk ruim 715.000, volgens het voorstel van
de raad kunnen worden toegevoegd aan de
extra reserve. Vooral bij een jong bedrijf als
dat van de Boeren en Tuinders Levensverze
kering is het zaak de toeneming van de pre
miereserve en van de extra-reserve op elkaaraf
te stemmen. De raad acht deze versterking
van de extra-reserve ook bijzonder noodzake
lijk met het oog op de voorgenomen wijziging
in het fiscale regime van naamloze vennoot
schappen.
Hiermede zijn in grote lijnen geschetst de
belangrijke ontwikkeling in 1964 in en rondom
de Boeren en Tuinders Levensverzekering. De
raad van commissarissen is van mening, dat
de behaalde resultaten evenals de voorstellen
en de beslissingen, die daardoor mogelijk zijn
geworden, alleszins tot tevredenheid kunnen
stemmen.
2384