Boeren en Tuinders Levensverzekering Op de jaarvergadering van de Boeren en Tuin ders Levensverzekering heeft devoorzittervan de raad van commissarissen, de heer mr. Ph. van Campen, een openingsrede gehouden, waaruit wij in het navolgende enige passages overnemen. Uit een oogpunt van produktie is het jaar 1964 voor de Boeren en Tuinders Levensverzeke ring bijzonder gunstig geweest. De netto-voor uitgang in 1964 overtrof die van 1963 met bijna 18%. Zij beliep 143 miljoen, te vergelijken met 122 miljoen in 1963. Aan deze netto vooruitgang heeft de individuele portefeuille bijgedragen voor een bedrag van f 86 miljoen en de collectieve portefeuille voor een bedrag van 57 miljoen. Het verzekerde bedrag is per 31 december 1964 gegroeid tot niet minder dan ruim 915 miljoen gulden. Inmiddels is het verzekerde bedrag gekomen op ruim 978 miljoen, zodat het vooruitzicht bestaat, dat over enkele maanden de mijlpaal van 1 miljard verzekerd bestand zal worden overschreden. Indien wij in een betrekkelijk luttel aantal jaren deze omvang aan verzekerd kapitaal heb ben bereikt, danken wij zulks vooral aan de ef ficiënte samenwerking met de gewestelijke verzekeringsinstellingen en hun inspecteurs, medewerkers en agenten. Het uitzicht op zo'n mijlpaal accentueert, dat de Boeren en Tuinders Levensverzekering zich onder de grote levensverzekeringmaatschap pijen hier te lande heeft geplaatst. Maar even belangrijk is toch ook het streven het dienst betoon aan onze verzekerden te vergroten. Hiertoe werden in 1964 ook enkele bijzondere maatregelen genomen, te weten: a. De uitbreiding van de buitendienst met na me in de sector van de individuele verzeke ringen. Daardoor is het mogelijk om in samen werking met het veelal aanzienlijk uitgebreide agentencorps, mede door inschakeling van boerenleenbanken, onze verzekerden op rui mer schaal van advies te dienen. b. De vestiging van een afdeling ten hoofd- kantore om onze verzekerden van advies te 2382

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 16