voor risico's ad f 250.000 op de resultatenre kening van de Landbouwkredietverzekering gaf echter de heer Zegers, directeur van de Verzekeringen van de NCB, aanleiding te vragen om een nadere toelichting. De voor zitter zei dat deze post voortvloeit uit het ka rakter van de kredietverzekering, die de nood zaak tot reservering met zich brengt, gezien de grote onzekerheid die schuilt in de opbouw van de portefeuille in de eerste jaren. Op deze wijze werd in de afgelopen drie jaar in totaal f 500.000 gereserveerd. Dit bedrag is opgeno men onder de post Crediteuren. De heer Verberne van de boerenleenbank Deurne stelde daarop, dat de post waaruit de belastingen moeten worden betaald, ad f 275.000, tegen de achtergrond van de totale schadeuitkering van de Landbouwkredietver zekering in 1964 van f 32.000 wel zeer groot is. Het aan de fiscus te betalen bedrag zou sterk verlaagd kunnen worden als de Landbouw kredietverzekering met een lagere winst uit de bus kwam, hetgeen te bereiken is door de premies te verlagen, aldus de heer Verberne. De voorzitter zei in zijn wederwoord tot de heer Verberne dat men voorzichtig moet zijn met het leggen van een verband tussen de grootte van de winst en de gedane schade- uitkeringen. Dit vooral omdat het hier een nog jonge vennootschap betreft, die als gevolg van de gunstige conjunctuur momenteel wei nig schadeuitkeringen behoeft te doen en daarom behoorlijk kan reserveren. Men moet er echter ernstig rekening mee houden, aldus de voorzitter, dat bij een eventuele terugslag van de conjunctuur de schadeuitkeringen van de landbouwkredietverzekering sterk zullen kunnen stijgen. Om de jonge verzekering te versterken, zodat ze tegen een eventuele con junctuuromslag is opgewassen, meende hij dat een premie-aanpassing op korte termijn nog niet aanbevelenswaardig was. Hierna gaf de voorzitter het woord aan de al gemeen directeur, mr. Van Campen, die uit eenzette dat de schadeuitkering van f 32.000 bestaat uit een post van f 11.000 wegens schade op debiteuren en f 22.000 als ge volg van schade uit wanprestatie. De heer Van Campen zei volledig te kunnen begrijpen dat deze vragen naar aanleiding van de resul tatenrekening van de Landbouwkredietverze kering bij de vraagstellers waren gerezen. Bij de beantwoording van deze vragen moet men echter rekening houden met de mogelijkhe den, die liggen in de opzet van het nieuwe wetsontwerp op de vennootschapsbelasting. Dit wetsontwerp biedt voor de kredietverze kering de mogelijkheid om bij een eventueel nadelig saldo alsnog regres te nemen op de belasting, die in de voorbije jaren is betaald. De algemeen directeur beklemtoonde even eens de noodzaak tot reservevorming in ver band met het nog zeer lage reservefonds van de Landbouwkredietverzekering. Voor het overige houdt het bestuur de vinger aan de pols; het volgt de ontwikkeling van deze kre dietverzekering dus nauwgezet en houdt daar bij rekening met eventuele premieverlaging op langere termijn, aldus de heer Van Campen. De heer Van Marrewijk, Schipluiden, stipte de winst van de Landbouwkredietverzekering van ruim zes ton nog eens aan en vroeg, in verband met het feit dat hiervan f 275.000 naar de fiscus moet, naar de mogelijkheid om een deel van de winst op een ledenrekening te schrijven. In zijn antwoord wees mr. Van Campen nog- 2317

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 7