schap voor Kolen en Staal slechts 20 jaar zou lopen. Deze emissies waren de eerste die plaatsvon den sedert de uitgifte van de 5V4% 25-jarige lening van de Bank voor Nederlandsche Ge meenten, waarop men op 4 maart a 993/4% kon inschrijven. In eerste aanleg is die BNG- lening een succes geweest. Dit bleek wel uit het feit dat het maximum bedrag ad f 150 mil joen werd toegewezen, waarbij nog op de in schrijvingen reducties moesten worden toe gepast. Niettemin bleef deze lening steeds een weinig beneden de emissiekoers geno teerd. Dat in die enkele daarop volgende weken de rentestand sterk is gestegen blijkt dus wel uit de zojuist besproken nieuwe emissies. De ze nieuwe uitgiften vormden min of meer een aftasting van de geldmarkt, gezien het feit, dat dit de eerste emissies zouden zijn, die se dert het aftreden van het vorige kabinet plaatsvonden. Beide leningen zijn er met vlag en wimpel in gegaan. Op de toewijzing werden enorme re ducties toegepast. Van buitenlandse zijde be stond weer eens grote belangstelling voor de ze hoogrentende emissies. Ook de binnen landse beleggers bleven geenszins achter. Op dit niveau beleggen velen wellicht liever in de risicomijdende sfeer dan dat zij zich stor ten in de onzekerheid van de aandelenmarkt. De aandelenmarkt werd ook in de afgelopen maand gekenmerkt door een flauwe stem ming, al kwam daar de laatste dagen enige verbetering in. De nog steeds voortdurende Amerikaanse verkopen en de aankondiging van de specu latiewinstbelasting, onder meer, zorgden voor een aanhoudend pessimisme. Speculatiewinstbelasting Over de speculatiewinstbelasting heeft het nieuwe kabinet inmiddels verklaard, dat zij betrekking zal hebben op gebouwen, gronden en effecten, alles voor zover die tot het per soonlijk vermogen behoren. Vermogenswins ten in de bedrijfssfeer zullen er niet onder val len, omdat die al door de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting getroffen wor den. Als tarief is van regeringszijde 25% van de winst genoemd. Het is zeker voor het effectenverkeer van groot belang, binnen welke termijn die belas ting zal gelden. Daarover is nog niets con creets bekend. In de regeringsverklaring stond, dat als speculatiewinst alleen zal wor den aangemerkt de winsten, die gerealiseerd worden 'binnen een nader te bepalen termijn'. Er werd echter aan toegevoegd, dat die ter mijn voor effecten aanzienlijk korter zal zijn dan voor onroerend goed. De belasting zal pas geheven worden als de waardevermeerdering, die bij de verkoop blijkt, een nader te bepalen omvang te boven gaat. Voor kleine beleggers zal deze bepaling van betekenis zijn. De regering wil een derge lijke beperkende bepaling opnemen om haar beleid inzake de bezitsvorming niet te door kruisen. 2360

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 50