Geld- en Kapitaalmarkt
Voorschotten van de Nederlandsche Bank
Gedurende de afgelopen periode hebben wij
slechts weinig ruimte op de geldmarkt kunnen
bespeuren. Het begon met de ultimofinancie-
ring van de maand maart. In totaal eiste deze
ruim f 300 miljoen van de geldmarktmiddelen
op. Daarnaast had de Nederlandsche Bank in
de laatste twee weken van maart voor niet
minder dan f 140 miljoen aan dollars verkocht,
die door de banken in het buitenland konden
worden uitgezet.
De combinatie van deze beide factoren kon
den een sterk merkbare verkrapping van de
geldmarkt niet doen uitblijven. We zien dit
dan ook uit de cijfers van de weekstaat per
29 maart. Als zodanig trekken twee posten in
het bijzonder de aandacht. De bij de Neder
landsche Bank opgenomen voorschotten ble
ken te zijn gestegen met niet minder dan f 127
miljoen tot f 130 miljoen. Op het ogenblik be
draagt de rente voor deze debetfaciliteit 5%.
Daarnaast was het tegoed van de banken met
f 143 miljoen teruggelopen tot een minimale
stand van f 43 miljoen. Weliswaar hoefden de
banken gedurende de depositoperiode van 15
maart tot 15 april gemiddeld slechts f 67 mil
joen aan te houden. Uit dien hoofde konden
zij weinig kleerscheuren oplopen. Het was
echter de samenloop van omstandigheden die
de lucht er zo bewolkt deed uitzien. Als ge
trouwe afspiegeling van deze krapte werd de
officiële daggeldrente snel verhoogd tot 4%.
De krappe inzet van de aprilmaand heeft zich
eigenlijk, zij het wel met enkele kortstondige
verruimingen, gedurende de gehele maand
voortgezet. De eerste verruiming kwam na
tuurlijk door de terugvloeiing van de bankbil
jetten in de kassen van de banken. Was deze
in de eerste week hoegenaamd niet merkbaar
(slechts f 18 miljoen), in de volgende dagen
verminderde de circulatie met ongeveer f 124
miljoen. Daarbij kwam nog dat het rijk per 1
april voor circa f 140 miljoen aan rente en af
lossing op de staatsschuld had te betalen.
Terwijl als derde verruimende factor voor de
geldmarkt gold de toeneming van de devie
zenreserve tijdens de eerste dagen van april
met bijna f 140 miljoen.
Al deze verruimende factoren waren echter
toch nog niet voldoende om de geldmarkt te
doen omslaan van uitgesproken krapte naar
een grote ruimte. Zo zien we dat per 12 april
het saldo van de banken wel op f 127 miljoen
stond, maar'dat daarnaast voor nog f 48 mil
joen bij de Nederlandsche Bank aan voor
schotten was opgenomen. Blijkbaar waren er
dus nog banken die hun verplichting inzake
het ogenschijnlijk zo geringe strafdeposito
nog niet hadden voldaan. Daarnaast begon
nen de ruimer zittende banken weer - zij het
in beperkter omvang - dollars af te nemen
van de Nederlandsche Bank ter uitzetting in
het buitenland. Hierdoor werd de geldmarkt
2357