De omloopsnelheid zou worden getoetst, niet aan de omzet in rekening-courant bij de cen trale bank, doch, zoals in de liquiditeitsrege ling van de spaarbanken, aan de omzet van de spaartegoeden bij de boerenleenbanken. Een dergelijke rentevergoedingsregeling zou een voordeel betekenen voor de boerenleen banken met een geringe omloopsnelheid van de spaartegoeden en een nadeel voor de boe renleenbanken met een hoge omloopsnelheid. Aldus zouden wij onze interne bedrijfsregeling terzake van de rentevergoeding aan de aange sloten boerenleenbanken gelijk hebben ge trokken met de liquiditeitsregeling van de spaarbanken en met een eventuele beper kingsregeling ten aanzien van het lange be drijf van de handelsbanken, waarin ook met de omloopsnelheid van de spaartegoeden wordt rekening gehouden. Daardoor hopen wij op dit punt onszelf te kunnen blijven. Met andere woorden, wij zijn van mening dat een beperkingsregeling ten aanzien van de lange uitzettingen, zoals de Nederlandsche Bank aan de orde gesteld heeft, voor de landbouw- kredietbanken niet past. Mijnheer de Voorzitter. Ik hoop, dat U en de vergadering het met mij eens kunnen zijn, dat deze wat langer dan gebruikelijk uitgevallen mededelingen van de zijde van de directie op deze algemene vergadering, gerechtvaardigd zijn door het belang van de inhoud daarvan. Ik dank U voor Uw aandacht. 2352

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 42