Nieuwe groei in de lente AANTEKENINGEN BIJ DE STATISTISCHE GEGEVENS De spaarcijfers van februari zijn achteraf gunstiger gebleken dan wij in ons vorig nummer gemeld hebben De toen beschikbare, voorlopige gegevens wezen op een lichte teruggang ten opzichte van februari 1964, waarmee de lijn van 1964 doorgetrokken scheen te worden. Latere cijfers corrigeerden dit beeld. Februari 1965 heeft 1,5 miljoen meer opgeleverd dan de overeenkomstige maand van het voorgaande jaar. In maart boekten onze banken een spaaroverschot van f 17 miljoen, hetgeen f 4 miljoen meer was dan in maart vorig jaar. Gezien ook de ervaring in het verleden mogen wij hieruit met de nodige voorzichtigheid de conclusie trekken dat de teruglopende lijn van 1964 omgebogen is. Bij de overige spaarinstellingen is het herstel eveneens merkbaar. De resultaten, die de Rijkspostspaarbank in de eerste twee maanden van dit jaar boekte waren iedere maand hoger dan het vorig jaar. Ook in de maand maart zette deze tendentie zich door. Bij deze instelling is een her stel na de inzinking van het vorig jaar het duidelijkst aanwezig. De algemene spaarbanken zijn hierbij niet ach tergebleven. Het spaarverschil bij deze instelling was in de maanden januari en februari eveneens hoger dan in de overeenkomstige periode in 1964. De spaarbeweging bij de Utrechtse boerenleenbanken verloopt ongeveer hetzelfde als in onze organisatie. Het spaarsaldo in januari lag beneden dat van januari 1964. In februari werd echter gezamenlijk meer gespaard dan in de overeenkomstige periode van 1964. Per saldo bedroegen de besparingen in de eerste twee maan den ongeveer evenveel als het vorig jaar. De maartcijfers wijzen op een herstel. Gedurende deze maand bedroegen de stortingen f 189 miljoen en de terugbetalingen f 173 miljoen. Het spaaroverschot ligt derhalve hoger dan het vorig jaar. Uit de gegevens van het verleden blijkt, dat het herstel bij de Eindhovense banken altijd later intreedt dan bij de overige spaarinstellingen. Het herstel bij de andere instellingen kan dan ook gezien worden als een voor bode voor het herstel bij de Eindhovense banken. De kredietverlening vertoonde evenals in de voorgaande perioden een stijging. Het uitstaande bedrag aan voor schotten nam toe met f 25 miljoen. In deze maand werd er f 40 miljoen verstrekt, te vergelijken met f 36 miljoen in februari van het vorig jaar. De aflossingen bedroegen f 15 miljoen. De kredieten in rekening-courant stegen van f 210 miljoen ultimo januari tot f 216 miljoen einde februari. 2310

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 32