Koerstabel
3y4%
827b
917a
8872
91V2
8774
987i«
25-2-1965
26-3-1965
CO
Nederland 1947
83"/w
(4,75%)
8374
(4,79%)
Nederland 1954
(5,09%)
837a
(5,05%)
51/4%
Nederland 1964 1
1 01 13/ló
(5,07%)
1017a
(5,14%)
41/4%
Nederland 1963 11
92
(5,13%)
(5,14%)
3%%
Nederland 1953
(5,06%)
88
(5,13%)
4
Nederland 1961
(5,10%)
91 5/l6
(5,12%)
31/2%
Nederland 1956
88V2
(5,05%)
873/4
(5,17%)
41/2%
Nederland 1960 1
96
(5,03%)
9472
(5,23%)
4
Nederland 1959
933/8
(5,18%)
9372
(5,16%)
3
Ned. Grootboek 1946
875/i6
(4,93%)
(4,94%)
4'/2%
Nederland 1964 (10 j.)
(4,89%)
9874
(4,94%)
lager. Van het totaal gaf dus meer dan de
helft verbeterde dividenduitkeringen te zien
ten opzichte van het vorige verslagjaar.
Als voorbeeld noemen wij de Koninklijke Ne
derlandse Zoutindustrie, die een agiobonus
van 5% gaf en daarnaast het contante divi
dend van 18 naar 20% verhoogde. AKU ver
hoogde het dividend van 17 tot 18% terwijl
daarnaast een agiobonus zou worden uitge
keerd van 10%. Deze bedroeg het vorige jaar
'slechts' 5%.
Toch bleek, zoals gezegd, de animo ter beur
ze gering. De regeringscrisis, die reeds en
kele weken aan de gang was, deed daar ze
ker geen goed aan. De onzekerheid omtrent
de koers die het nieuwe kabinet zal volgen
heeft bijgedragen tot de terughoudendheid.
Daarenboven werd onlangs vernomen, dat
plannen zijn gerezen tot de invoering van een
speculatiewinstbelasting, een belasting die
2304
voor velen nog als vers in het geheugen ligt.
Hoewel in andere landen soortgelijke belas
tingen bestaan, of zelfs algemene vermogens
winstbelastingen, heeft Nederland er nooit
aan gewild, tot de Duitse bezetting in 1941
een dergelijke belasting introduceerde. Na
de bevrijding is die tot 1953 blijven bestaan.
Het is te begrijpen dat de beurs op deze be
richten niet optimistisch reageerde. Op het
ogenblik dat wij dit schrijven is het nog on
zeker of de bedoelde belasting voorgesteld
zal worden en of de effecten eronder zullen
vallen. Het zal in eerste instantie wel om
speculatie in onroerend goed gaan.
Het is alles bij elkaar duidelijk dat de mineur
stemming op de beurs niet slechts van bin
nenuit veroorzaakt werd. Invloeden van bui
tenaf waren veeleer debet aan de algehele
terughoudendheid op de effectenbeurs.
De gespannen situatie in Vietnam, de nog
voortdurende moeilijkheden waarmee Enge-