De klok van de bezitsvorming luidt opnieuw Regering en volksvertegenwoordiging hebben opnieuw het klokketouw van de bezitsvor ming ter hand genomen en nieuwe geluiden op dit stuk laten horen. Een verheugend ge geven, waarvan blijkt in de onlangs gepubli ceerde Memorie van Antwoord terzake van de Algemene Premiespaarwet, van welke overheidsmaatregel in deze kolommen reeds eerder met voldoening gewag werd gemaakt, (zie de M.M. van februari 1963). Het zou te ver voeren, hier de volledige in houd van de bedoelde Memorie van Antwoord te releveren. Wij moeten volstaan met de ver melding van enkele belangrijke punten. Algemene Premiespaarwet Inkomensgrens Het door de regering ingediende wetsont werp voorziet in een spaarpremie van 20% terzake van besparingen door ingezetenen van 25-60 jaar, welke besparingen een maxi mum van 250 per persoon 500 voor echtparen) per jaar mogen belopen. Aan deze spaarregeling zouden slechts ingezetenen met een inkomensgrens tot 12.000 per jaar mo gen deelnemen. Het is vooral het laatste punt, dat de in eer ste instantie bij het wetsontwerp betrokkenen aanleiding tot commentaar heeft gegeven. Zo heeft de Sociaal-Economische Raad reeds in mei 1963 een advies samengesteld. In dit advies wordt onder meer nader ingegaan op de in het wetsontwerp opgenomen inkomens grens. Hoewel de SER zijn voorkeur geeft aan een inkomensgrens van 12.000 per jaar, boven welk bedrag geen premie zou moeten worden toegekend, werd de aantekening ge maakt dat - tenzij hiertegen ernstige admi nistratieve bezwaren zouden kunnen worden aangevoerd - de burgerlijke staat en het kin dertal mede de fiscale inkomensgrens zouden dienen te beïnvloeden. Dat de leden van de SER onderling niet een zelfde mening waren toegedaan blijkt uit de nadere toelichting, dat een minderheid van dit college de premie aan iedereen zou willen toekennen, zij het dan ook niet belastingvrij boven een bepaalde inkomensgrens. Nog een andere groep SER-leden stelde zich op het standpunt, dat de inkomensgrens blijvend zou moeten samenvallen met de loongrens van de sociale-verzekeringswetgeving. Boven de ze grens zou men dan van deelneming aan de spaarregeling zijn uitgesloten. Vanwege het bij velen bestaande verschil van mening omtrent de hoogte van de inkomens grens heeft de regering zich nu bereid ver klaard tot wijziging van de ontworpen opzet, mits de administratieve uitvoering niet ern stig zou worden bemoeilijkt. 2290

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 12