Koerstabel
29-1-1965
25-2-1
965
3'/2%
Nederland
1947
823/8
(4,87%)
83"/u
(4,75%)
3'/4%
Nederland
1954
8272
(5,13%)
827b
(5.09%)
5%%
Nederland
1964 I
101 5/8
(5,09%)
101 13/ló
(5,07%)
4'/4%
Nederland
1963 II
913/s
(5,20%)
92
(5,13%)
3%%
Nederland
1953
877e
(5,17%)
8872
(5,06%)
4
Nederland
1961
9072
(5,24%)
9172
(5,10%)
31/2%
Nederland
1956
8772
(5,20%)
8872
(5,05%)
41/2%
Nederland
1960 I
9413/i6
(5,23%)
96
(5,03%)
41/4%
Nederland
1959
937b
(5,22%)
933/8
(5,18%)
3
Ned. Grootboek 1946
8515/ió
(5,16%)
87% 6
(4,93%)
41/2%
Nederland
1964 (10 j.)
985/8
(4,84%)
987ié
(4,89%)
obligatiemarkt. De koersreacties bleven de
eerste dagen echter beperkt tot minder
dan een procent. De indruk was dan ook,
dat de inschrijving met een gerust hart tege
moet kon worden gezien. Deze zou plaats
hebben op 4 maart; de datum van storting was
gesteld op 1 april.
Inderdaad zijn de inschrijvingen zodanig ge
weest, dat de Bank f 150 miljoen heeft toege
wezen. Naar verluidt is echter rond eenderde
van dit bedrag naar buitenlandse inschrijvers
gegaan. Onder de binnenlandse inschrijvers
toonden vooral de institutionele beleggers
minder belangstelling dan bij voorgaande
emissies. Men krijgt de indruk, dat de poging
om het majoreren tegen te gaan niet zonder
succes is gebleven, al zal eerst een volgende
keer kunnen blijken in hoeverre de omstan
digheden op de kapitaalmarkt daartoe bijge
dragen hebben.
De grote vraag van het buitenland was in over
eenstemming met de verwachtingen, niet zo
zeer omdat het rendement hier te lande rela
tief zo aantrekkelijk zou liggen, maar vooral
omdat Nederland - in tegenstelling tot diverse
andere landen - het buitenlands kapitaal niet
weert door middel van heffingen of andere
maatregelen, die de effectieve opbrengst la
ger maken dan de uitgekeerde rente.
2273