zo heette dit tijdschrift toen nog. En nu zitten we dan met die 108.000 deelnemers. Dat bete kent ten opzichte van 30 juni 1963 een toene ming van 16.100. Dat is notabene de grootste toeneming sedert het begin van deze spaar regeling. Ook de aangroei van het gespaarde bedrag was met f 14.291.000 het hoogste in al die ja ren. Zowel voor het een als voor het ander is een verklaring te vinden. De jeugdige spaar der gaat niet meteen na de zesde oudejaars avond zijn spaarpenningen met de premie in casseren. Hij spaart zo lang mogelijk door. Hij kan ook gemakkelijker het maximum van f 200 sparen, zodat dit een extra toeneming in besparingen betekent. Hierdoor wordt een belang van het Ideaal spaarplan de Zilvervloot nog eens beklem toond. In de eerste plaats betekent het aan trekken van dit genre spaarders een langdu rige relatie van de bank. Daarnaast blijken al deze trouwe spaarders voor een aanzienlijk en rustig tegoed te zorgen. Opmerkelijk is overigens, dat het marktaan deel van onze boerenleenbankorganisaties de laatste vijf jaar vrijwel constant blijft, na melijk rond de 18%. Dit is een alleszins eervol aandeel, maar wij hebben eens de mogelijk heid geopperd het op minstens 20% te bren gen. Het aantal banken dat gebruik maakt van het hiervoor beschikbare wervingsmate riaal is groot maarnog niet alle banken gebruiken het. En zo lang niet alle 599 boe renleenbanken actief de jeugdigen met dit materiaal benaderen zijn wij zo vrij te stellen, dat nog niet alle krachten zijn aangewend om ons marktaandeel te verhogen. Dus blijft het mogelijk! Het is juist op die banken, die tot nu toe ge meend hebben zich van actie te moeten ont houden, dat wij een beroep willen doen ons eens om inlichtingen te vragen over een wer vingsactie. Nu iedereen spreekt over spaar- premies van de overheid en belastingfacili teiten is het klimaat gunstig. Wacht niet tot het verandert. 2261

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 15