financiële problemen, die daarvan het gevolg
zijn geweest, ongedeerd zijn te boven geko
men en ons zonder van de beproefde grond
slagen van het Raiffeisenstelsel af te wijken,
aan de vele nieuwe eisen van het moderne
geldverkeer hebben kunnen aanpassen.'
Met deze woorden uitgesproken door de
meest deskundige getuige willen wij de oud
voorzitter van het bestuur nogmaals eren, die
zelf als het ware een geestelijk testament
heeft nagelaten in het slot van zijn in het extra
nummer van de 'Maandelijkse Mededelingen'
opgenomen beschouwing, dat in december
1948 verscheen.
Hij schreef toen:
'Wij zijn van ganser harte de aanwijzingen
toegedaan, die Raiffeisen ons in dit opzicht
heeft gegeven, zowel de sociale in algemene
zin als die van meer positief christelijke in
slag. Wat deze laatste betreft werd en wordt
zowel in de statuten der Centrale als die der
aangesloten banken belichaamd, de duidelijk
uitgesproken opvatting van Raiffeisen, dat 'de
zedelijke krachten, wier kweekplaats het
Christendom is, tot oplossing van het sociale
vraagstuk onontbeerlijk zijn.'
De bewogenheid rond het midden der vorige
eeuw deed Raiffeisen naar vaste polen zoe
ken. Leven wij thans niet in een reprise van
die tijd, doch thans met veel woester heftig
heid? Ver boven het zakelijke uit krijgt meer
en meer maatschappelijke betekenis de
eerste regel in onze statuten, 'dat men gods
dienst, huisgezin en eigendomsrecht in chris
telijke zin als de grondslagen der samenle
ving erkenne en zijn gedrag daarnaar regele.'
Zo is het, dat wij, geheel in die stijl, na hulde
te hebben gebracht aan de mannen, die onze
organisatie hebben geschapen, voorgestaan,
gediend en bewaakt, en wier beelden, zo zij
ons bekend werden, ten dele in de schemer
van het verleden gaan verdwijnen, ootmoedig
dank brengen aan de Heer van hemel en aar
de en - aanvoelend reeds de ijle, tere ochtend
van de nieuwe dag - de handen vouwen -
biddend om Zijn zegen over onze C.C.B. en
alle bij haar aangesloten boerenleenbanken.
Gods zegen moge verder rusten op alle boe
ren en tuinders, die aan onze organisatie deel
hebben en vooral ook op hen, die in welke
vorm dan ook met volle toewijding hun beste
krachten aan het landbouwkredietwezen ge
ven.'
Mogen deze woorden van Albert Nicolaas
Fleskens de herinnering aan hem levendig
houden, als de man, die op jubilea en andere
hoogtijdagen van boerenleenbanken het ora
et labora uitdroeg als basis van de solidari
teit, die ons samenbindt in de organisatie van
centrale bank en aangesloten boerenleen
banken.
Hij ruste in vrede.
2216