Italië dit voorstel niet voetstoots zullen aan
vaarden. Frankrijk wil hoogstwaarschijnlijk de
produktie van rundvlees stimuleren via een
aanzienlijke verhoging van de oriëntatieprijs,
maar het effect daarvan zou niet groot zijn
als het terzelfdertijd de richtprijs voor melk
met bijna twee gulden omhoog zou moeten
brengen.
De prijsgrenzen op zichzelf zullen Nederland
weinig moeilijkheden veroorzaken bij de vast
stelling van zijn richtprijs, die nu op 31 cent
per kilogram ligt; de feitelijke gemiddelde op-
brengstprijs ligt nu rond 32 cent. Maar op
grond van de EEG-zuivelverordening moet
Nederland de overheidssubsidie geleidelijk
verlagen en de marktprijzen voor boter, kaas
en andere produkten dienovereenkomstig ver
hogen. En daaraan zijn - nog afgezien van het
loon- en prijsbeleid - diverse problemen ver
bonden, zoals: hoe zullen hogere zuivelprij-
zen uitwerken op de binnenlandse afzet, zal
de uitvoer van kaas bijvoorbeeld naar Duits
land niet in het gedrang komen?
Beleidsruimte beperkt
Wat de melk- en zuivelsector betreft moeten
we nog aanstippen dat tot nog toe de con-
sumptiemelk als zodanig buiten de EEG-rege-
lingen valt. Doch dit kan niet zo blijven: een
echte gemeenschappelijke zuivelmarkt en zui-
velpolitiek zijn niet door te voeren, wanneer
een belangrijk deel erbuiten zou blijven. De
Nederlandse consumptiemelkregeling, met
verrekenprijs, heffingen en toeslagen en een
zuivelfonds, is ons inziens in de EEG niet toe
te passen, onder andere omdat in diverse
EEG-landen een groot deel van de melk niet
aan de fabrieken wordt geleverd.
Op dit allesbehalve gemakkelijke maar te
vens zeer belangrijke vraagstuk gaan we hier
niet verder in. We concluderen slechts - wat
we reeds meermalen gezegd hebben - dat de
overgang van een nationaal beleid naar een
EEG-beleid in volle gang is en dat de zelf
standigheid van Nederland, evenals die van
de andere EEG-landen, wat het markt- en
prijsbeleid betreft in snel tempo wordt inge
perkt. Mede daarom valt het toe te juichen
dat minister Biesheuvel eind januari jongst
leden in de Ministerraad het probleem van
nationale subsidies heeft aangesneden. In
dien elk land vrij zou blijven in de verlening
van subsidies aan zijn producenten, buiten
het prijsbeleid per produkt, zou er van eer
lijke concurrentieverhoudingen binnen de
EEG geen sprake zijn. De EEG-instanties zul
len daarom in toenemende mate aandacht
moeten schenken aan, en een zekere zeg
gingschap moeten krijgen op, het agrarische
subsidiebeleid van de lidstaten.
2245