De overval De zitting op het bijkantoor was geëindigd. De laatste spaarder van die dag had de deur achter zich dicht getrokken en de kassier be gon zijn zaakjes in te pakken. De geldvoor raad in de tas, de boekingsstukken, de kas- staat en de rekeningkaarten in de bak en alles vlug naar de auto gebracht. In één keer gaat dat niet. Dus eerst de geldtas in de auto gezet en het portier afgesloten. Dan terug het kan toortje binnen om de kaartenbak te halen. Een kwestie van een of enkele minuten. Ja wel, maar een of enkele minuten waren ook voldoende voor de overvaller om de portier ruit in te slaan en er met de geldtas vandoor te gaan. Bij zijn terugkomst zag de kassier onmiddellijk wat er gebeurd is, maar van de inbreker en de geldtas was geen spoor te be kennen. Er bleef niets over dan de politie te waar schuwen, die dan ook snel ter plaatse was, de gehele situatie opnam en de kassier een verklaring liet afleggen. Op een van de vra gen van de politie, namelijk hoeveel geld er in de tas zat, moest de kassier het antwoord schuldig blijven. Hij was gewend, als enige kashouder op de bank, naar de zittingen op het bijkantoor een ongetelde hoeveelheid kasgeld mee te nemen, tijdens de zitting alle posten op een kasstaat te boeken en terugge keerd op de bank na boeking van de kasstaat en de overige kastransacties van het hoofd kantoor, de gehele kas te controleren. Dit was altijd goed gegaan en er was dus geen aan leiding om het te veranderen. De politie kon dus eerst in kennis worden gesteld van de grootte van het ontvreemde bedrag, nadat op het hoofdkantoor op de hiervoor omschreven wijze de kascontrole had plaatsgehad. Het duurde niet zo lang, voor de politie de dader in de kraag kon pakken en de buit gro tendeels terecht bracht. Zoals uit alle geschiedenissen valt ook uit deze wel iets te leren. We kunnen ons af vragen of de kassier er verstandig aan heeft gedaan om eerst de geldtas in de auto te 2230

Rabobank Bronnenarchief

blad 'de boerenleenbank' (CCB) | 1965 | | pagina 20