zullen beperken. Het zal iedereen duidelijk
zijn waarom wij de vierde stad van het land
buiten beschouwing laten. Het behoeft verder
welhaast geen betoog, dat de verhoudingen
in deze steden geheel anders liggen. Hier is
het gemakkelijk gebleken te beginnen in de
nieuwe stadswijken, waar in het winkelcen
trum een boerenleenbankkantoor wordt ge
vestigd. Deze winkelcentra mogen zich bij
alle winkelbedrijven in een grote belangstel
ling verheugen, zodat het zaak is, de stads
ontwikkeling nauwlettend in het oog te hou
den. De activiteit van de desbetreffende boe
renleenbanken hebben er dan ook toe geleid,
dat zowel in Amsterdam als Den Haag in de
nieuwe uitbreidingen boerenleenbankkanto
ren zijn gevestigd, die reeds vanaf het begin
blijken in een behoefte te voorzien. Laatste
lijk heeft de boerenleenbank Wateringen een
bijkantoor gevestigd in de Haagse wijk Bere-
stein.
Hetzelfde geldt overigens ook voor de agglo
meratie aan de IJmond. De boerenleenbank
Santpoort beschikt niet alleen over een bij
kantoor in Haarlem, doch eveneens in IJmui-
den.
Op 25 januari heeft onze boerenleenbank
Loosduinen een nieuwe stap gedaan. In de
Laan van Meerdervoort, die aan een vijftig
jaar oude Haagse stadswijk ligt, heeft zij een
bijkantoor geopend, het tweede in de residen
tie. Dat dit feit ook buiten onze organisatie de
aandacht trok wordt wel bewezen, doordat
de heer Kolfschoten, burgemeester van
's-Gravenhage, dit bijkantoor opende, in het
bijzijn van het bestuur en de raad van toe
zicht van de boerenleenbank Loosduinen en
de directie van de centrale bank.
Ook in deze nieuwe vestiging komt weer tot
uiting, dat er een wisselwerking is tussen het
publiek, dat zijn eisen hoger stelt dan voor
heen, en de bank, die haar dienstbetoon uit
breidt en haar apparaat verbetert. Wij hebben
in deze ontwikkeling de vernieuwing van de
bankgebouwen gekend als belangrijk onder
deel, misschien het onderdeel dat naar buiten
het meest aanspreekt. Vrijwel alle aangeslo
ten banken hebben een nieuw pand betrok
ken, of hebben het oude verbouwd of zijn met
plannen bezig. Deze activiteit is dus nog vol
op gaande. Daarnaast zien we in de laatste
jaren een nieuwe fase zich ontwikkelen, die
van de stichting van bijkantoren. Deze loopt
dus, voor de organisatie als geheel gezien,
sedertdien samen met de eerste fase. Beide
vormen echter aspecten van de meer algeme
ne ontwikkeling van de boerenleenbank tot
bank voor het gezin en bank voor het bedrijf.
2224