Christelijke grondslag
De brandkast
Uitvoerig spreekt hij over de wijze waarop in
het oprichtingsstatuut is geformuleerd de al
gemeen christelijke grondslag, die aanvanke
lijk de Nederlandse Boerenbond toegankelijk
maakte zowel voor Katholieken en Protestan
ten (Lutheranen, zoals Sabler ze vanuit zijn
Russische kennis noemt).
Op 4 juli 1896 is weer in Utrecht gedebatteerd
over de christelijke grondslag. Zou men niet
verschillende goedwillende boeren afweren?
Speciaal Noord-Brabant stond er sterk op
kwade elementen verwijderd te houden door
een duidelijke christelijke basis. Niet voor
niets is de naam Noordbrabantse Christelijke
Boerenbond zo hecht gebleken in een Katho
lieke bond.
Dr. Schaepman mengde zich in het debat. Hij
raadde de erkenning aan van God, gezin en
eigendom. Dit werd onder applaus aanvaard
en zo werd de Nederlandse Boerenbond wel
religieus, maar niet confessioneel.
Het veenkoloniale blad 'De Veenboer' oppo
neerde tegen de Eindhovense kas, omdat de
ze de leden confessioneel zou binden. Maar
dat wordt met klem ontkend, de leden moeten
een christelijke overtuiging hebben en kun
nen van beiderlei confessie zijn.
Toch wil ik niet eindigen alvorens, als het wa
re, anekdotisch te vertellen van het bezoek
dat Sabler bracht aan een Brabantse boeren
woning, samen met pater Van den Elzen. Deze
zal daar wel niet het meest armoedige huis uit
het dorp voor hebben uitgezocht. Een zekere
boer Van der Pas had juist een nieuw huis ge
bouwd voor 4.500 gulden (4.000 roebel). Mid
den in het huis bevond zich een grote keuken
met stookplaats. Tegen de keuken lagen aan
de ene kant twee lichte kamers en aan de an
dere kant de koestal met plaats voor 5 koeien,
de paardestal en een grote deel. Vanuit de
keuken voert een trap naar de zolder. Deze is
groot en licht met meelkast en voorzien van
andere voorraden. Onder het pannedak sla
pen de gezinsleden gaarne des zomers.
Van der Pas is welgesteld. Hij heeft 8 hectaren
grond en 5 koeien van een waarde van 200
gulden elk. Hij is voorzitter van de boeren
leenbank. De brandkast werd door Van den
Elzen geopend en de stukken werden in orde
bevonden. Wij zouden haast geneigd zijn, dit
bezoek te vergelijken met dat van een Neder
landse bezoeker in Rusland aan een voorzit
ter van een Kolchoz.
Zonder er dus te veel representatieve waarde
aan toe te kennen, hebben we het de lezer niet
willen onthouden'. Tot zover het artikel van
de heer Lackamp in 'Boer en Tuinder'.
2191